Gemeenschappelijk Landbouwbeleid - Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen GLB 23-27

Op deze pagina vind je de veelgestelde vragen over de GLB 23-27 subsidies voor plattelandsontwikkeling.

eHerkenning

  • Aanvragen worden digitaal ingediend bij het Webportal voor GLB. Om een projectaanvraag digitaal in te kunnen dienen moet je digitaal herkend kunnen worden door de overheid. Dit gebeurt via eHerkenning. Voor het doen van een subsidieaanvraag heb je eHerkenning met niveau 2+ of hoger nodig.

    Alleen (agrarische) ondernemers of organisaties die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel kunnen eHerkenning aanvragen. Je betaalt voor de aanschaf en het gebruik van een eHerkenningsmiddel. De kosten en de termijn van de geldigheid van de eHerkenning verschillen per aanbieder. Vaak worden er kosten in rekening gebracht als je de termijn wilt verlengen.

    Let op! Tot en met de afronding van het project heb je eHerkenning nodig om in te kunnen loggen in het Webportal voor GLB.

    Particulieren die aan aanvraag indienen hoeven geen eHerkenning te gebruiken. Dan gebruik je de knop "Anders inloggen" op het GLB webportal.

  • Ga naar de website van eHerkenning. Hier zie je bij welke aanbieders je eHerkenning kunt aanvragen. Houdt er rekening mee dat het verkrijgen van de eHerkenning enkele werkdagen kan duren (afhankelijk van de gekozen aanbieder).

    Denk erom dat je voor het doen van een subsidieaanvraag eHerkenning met betrouwbaarheidsniveau EH2+ of hoger nodig hebt.

BRS-nummer

  • Dit is een relatienummer wat je krijgt als je je bij RVO registreert.

  • RVO betaalt de GLB-subsidie uit. Om uit te kunnen betalen moet je wel geregistreerd staan bij RVO.

    Het BRS-nummer komt op de verleningsbeschikking te staan. Dit nummer moet dus bekend zijn bij SNN voordat wij een beschikking kunnen versturen. Als je dit nummer nog niet hebt wanneer je de subsidieaanvraag indient, zorg er dan voor dat je dit nummer zo snel mogelijk aanvraagt.

  • Voor het aanvragen van een BRS-nummer heb je eHerkenning nodig.

    Je kunt een BRS-nummer gratis aanvragen via mijn.rvo.nl. Zodra je inlogt wordt je geregistreerd. Je krijgt dan van RVO een relatienummer. Dit is het BRS-nummer. Dit nummer kan je vinden in 'Mijn Dossier' bij 'Mijn gegevens wijzigen'.

    Let op! Je moet het bankrekeningnummer, waarop de subsidie betaald moet worden, toevoegen aan 'Mijn Dossier'. Pas dan kunnen wij een betaling doen.

Tendering en ranking

  • Bij een tender worden alle aanvragen beoordeeld en gerangschikt op basis van kwaliteit. Elke aanvraag krijgt op dezelfde criteria en wijze een score. Die score wordt gebruikt om een rangschikking te maken. Hoe hoger de score, hoe hoger de aanvraag in de rangschikking terecht komt.

    De beschikbare subsidie wordt verdeeld op basis van de rangschikking. De hoogst gerangschikte aanvragen ontvangen subsidie, totdat het subsidieplafond is bereikt. Vaak is er ook opgenomen dat er een minimaal aantal punten moet worden behaald om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Op deze wijze wordt bereikt dat de beste projecten voor subsidie in aanmerking komen. Alleen de tijdig, volledig en op correcte wijze ingediende aanvragen kunnen voor subsidie in aanmerking komen.

  • Dit is opgenomen in het openstellingsbesluit.

    Voor LEADER geldt dat naast het openstellingsbesluit de criteria ook zijn opgenomen in de Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) van het gebied waar je de aanvraag indient.

Voorbereiding en start van het project

  • Starten, voor eigen risico, met je project en het maken van kosten is toegestaan na indiening van je subsidieaanvraag. Uitzondering hierop zijn voorbereidingskosten (kosten die gemaakt zijn tot maximaal 1 jaar voor indiening aanvraag om tot een goede subsidieaanvraag te komen). In een aantal openstellingen kunnen voorbereidingskosten subsidiabel zijn. 

    Let op! Het aangaan van financiële verplichtingen (tekenen van offertes, opdrachtverstrekkingen) voor de uitvoering wordt gezien als start van het project.  Alle kosten die je maakt bij een te vroeg aangegane verplichting komen niet voor subsidie in aanmerking. 

Subsidiabele kosten

  • Er kan alleen subsidie uitbetaald worden over projectkosten welke marktconform en redelijk zijn.

    In principe wordt in de verleningsfase de redelijkheid en passendheid van kosten beoordeeld. Dit doen we om te voorkomen dat je pas bij een betaalverzoek geconfronteerd wordt met een lager subsidiebedrag dan waar je op gerekend had omdat de kosten als te hoog worden beoordeeld. Maar als je tijdens de uitvoering van het project afwijkt van de in de aanvraag begrote kosten, moet je dit bij ons melden en de redelijkheid van deze kosten aantonen.

    Als de redelijkheid van de door jou aangevraagde kosten bij de verlening niet getoetst zijn, moet je de redelijkheid van deze kosten aantonen bij je eerste betalingsverzoek.

    In de verleningsbeschikking is een apart tekstblok opgenomen of je bij een betaalverzoek wel of niet de redelijkheid van de opgevoerde kosten moet aantonen.

  • De redelijkheid van kosten kunt je aantonen door bij je betaalverzoek een onderbouwing aan te leveren. Je kunt hierbij denken aan minimaal drie offertes bij opdrachten boven de € 25.000,00 of bijvoorbeeld een taxatierapport.

    Wij controleren de redelijkheid van de kosten op basis van de ingediende offertes of het taxatierapport. Op de offerte moet om deze reden een duidelijke specificatie van de kosten staan. Er wordt alleen subsidie verstrekt voor kosten die redelijk en marktconform zijn.

  • Passende kosten zijn kosten die direct zijn toe te rekenen aan de subsidiabele activiteit, zonder dat er sprake is van overspecificatie.

    We spreken van overspecificatie, als specificaties uitgebreider zijn dan nodig voor het doel waarvoor subsidie is verstrekt. Anders gezegd: extra luxe uitgevoerd/van onnodige franje voorzien.

    Voorbeeld

    Als je bijvoorbeeld administratieve ondersteuning inhuurt voor je organisatie dan zal je duidelijk moeten maken dat de opgevoerde kosten alleen maar betrekking hebben op je project (passend). Voor het bijhouden van de projectadministratie zal in beginsel geen (senior) register accountant tarief opgevoerd worden (overspecificatie).

  • Alleen niet verrekenbare btw komt voor subsidie in aanmerking. Geef daarom in je aanvraag aan in hoeverre btw niet verrekenbaar is voor jezelf en per eventuele projectpartner.

    Subsidie wordt berekend op basis van de subsidiabele kosten. Indien je btw kan verrekenen met de Belastingdienst, zijn de subsidiabele kosten van jouw project exclusief btw en wordt de subsidie berekend over de kosten exclusief btw. Indien je kunt bewijzen dat je btw niet kan verrekenen of compenseren dan wordt de subsidie berekend op basis van de kosten inclusief btw. In geval van een samenwerkingsverband worden de subsidiabele kosten per projectpartner bepaald en ook of de btw hier onderdeel van uitmaakt of niet.

    LET OP: Je dient aan te kunnen tonen dat je geen btw kunt verrekenen of kunt compenseren. Dat kun je aantonen door een verklaring van de Belastingdienst of hoofd van de financiële afdeling van uw organisatie te overleggen.

  • Lease en huurkoop zijn vormen van verwerving waarbij de kredietverstrekker (lessor) een goed aankoopt en deze gedurende een vooraf overeengekomen termijn en tegen een vaste vergoeding ter beschikking stelt van de kredietnemer (lessee). Lease- en huurkoopovereenkomsten bestaan globaal uit 3 vormen: huurkoop, financial lease en operational lease.

    Zonder in detail deze vormen te bespreken, zijn er twee punten waar altijd aan voldaan moet worden:

    • Aan het eind van de overeenkomst moet je juridisch eigenaar van het goed zijn.
    • Als je je verzoek om vaststelling indient, moeten alle kosten aantoonbaar gemaakt en betaald zijn. Betaling kan door jezelf gedaan zijn, maar het is ook toegestaan dat de leasemaatschappij het volledige bedrag aan de leverancier heeft betaald. Dit moet wel vastgelegd zijn in de lease overeenkomst inclusief de betalingsregeling van jou aan de leasemaatschappij.  

    In het openstellingsbesluit kun je lezen of en welke vorm, met welke vereisten subsidiabel is.

    Als je in je project gebruik wilt gaan maken van huurkoop, financial lease of operational lease en je twijfelt over de subsidiabiliteit daarvan, dan word je geadviseerd contact op te nemen met de contactpersoon bij SNN over de mogelijkheden en voorwaarden. Als je nog geen contactpersoon hebt, kun je ons bereiken op 050 5224 998 of plattelandsontwikkeling@snn.nl.

Personeelskosten

  • Kosten voor arbeid ten behoeve van het project zijn vaak subsidiabel. Indien het gaat om de inzet van personeel in loondienst, moet je in je aanvraag een goede onderbouwing opnemen waarom gekozen is voor inzet van personeel in een bepaalde salarisschaal (gelet op de aard van de werkzaamheden is inzet van personeel op niveau x noodzakelijk voor activiteiten y en inzet van personeel op niveau a voor activiteiten b).

    Let op! Er zijn diverse manieren om personeelskosten te berekenen. In het openstellingsbesluit staat welke manier je mag toepassen.

  • De personeelskosten per uur worden per in het project ingezette persoon berekend door het meest recente bruto jaarloon - inclusief een eventuele niet-prestatie gebonden eindejaarsuitkering en dertiende maand, maar exclusief vakantie-uitkering -  te delen door 1.720 uren op basis van een werkweek van 40 uur. Indien er sprake is van een parttime dienstverband, worden de personeelskosten per uur naar rato berekend. De salariskosten mogen verhoogd worden met een vast opslagpercentage van 44,2%  voor de werkgeverslasten en 15% voor de indirecte kosten (overhead).

    of de kosten worden berekend door het aantal aan het project bestede uren te vermenigvuldigen
    met de volgende uurtarieven:

    • € 44 voor de kosten van een projectmedewerker
    • € 50 voor de kosten van een landbouwer
    • € 78 voor de kosten van een adviseur
    • € 88 voor de kosten van een projectleider of expert

    Personeelskosten zijn subsidiabel tot maximaal 1.372 uur per persoon per jaar of een evenredig deel daarvan bij een deeltijd dienstverband

    Voorbeeld parttime berekening uurtarief

    Stel een werkweek in een CAO is 38 uren en het bruto jaarsalaris is € 40.000 dan bereken je de uren op jaarbasis als volgt:

    38/40 * 1.720 = 1.634 uren

    € 40.000 + 44,2%  = € 57.680 + 15% = 66.332

    Het uurtarief is dan

     € 66.332 / 1.634 = € 40,59 per uur.

     

     

  • IKS is een manier om directe- en indirecte kosten toe te rekenen aan kostendragers, zoals arbeidsuren. Als jouw IKS al is goedgekeurd vanuit nationale subsidies, kan de IKS ook in het kader van GLB 23-27 gebruikt worden. Uit een goedgekeurde IKS volgen jaarlijks tarieven die worden gebruikt voor de berekening van subsidiabele personeelskosten. De goedkeuring van IKS betreft uitdrukkelijk geen goedkeuring van tarieven, maar uitsluitend van de integrale kostensystematiek.

  • Dat kan alleen als jouw organisatie dit standaard gebruikt en als dit in de openstelling is opgenomen. Dus speciaal voor een subsidieaanvraag IKS gaan gebruiken is niet toegestaan.

  • Wil je voor het eerst gebruikmaken van IKS bij een subsidieaanvraag? Stuur dan de Eigen Verklaring naar iks@rvo.nl. RVO toetst aan de hand van de ingevulde Eigen Verklaring of de IKS bruikbaar is bij subsidieprojecten. Het formulier Eigen Verklaring Integrale kostensystematiek (IKS) vind je op de website van RVO.

  • Als het openstellingsbesluit deze mogelijkheid biedt, kunnen personeelskosten worden berekend door de systematiek van de vereenvoudigde kosten optie (VKO). In het webportaal kan je hiervoor kiezen.

    Dit kan toegepast worden als er alleen overige kosten zijn of aangetoond kunnen worden. Overige kosten worden vastgesteld op basis van een factuur of een gelijkwaardig document. De uren binnen het project hoeven dan niet inzichtelijk gemaakt worden. 

    De personeelskosten worden dan als een percentage van de directe overige kosten berekend.

    De subsidiabele directe kosten (zonder de personeelskosten) worden hierbij vermenigvuldigd met 23%.

    Voorbeeld:

    Stel je krijgt subsidie voor je project, waarbij het subsidiepercentage 50% van de subsidiabel gestelde kosten bedraagt.

    Het project kent naast personeelskosten, € 300.000 aan directe overige kosten. Om de personeelskosten te kunnen berekenen wordt de volgende berekening toegepast:

    € 300.000 x 0.23 = € 69.000

    De totale subsidiabele kosten bedragen dus € 369.000 en het berekende subsidie bedrag bedraagt: (€ 300.000 + € 69.000) x 50% (=subsidiepercentage) = € 184.500

  • In het openstellingsbesluit staat of deze kosten subsidiabel zijn. Bijdragen in natura zijn alle in het project ingebrachte bijdragen voor werken, goederen, diensten, grond of onroerende goederen waarvoor geen facturen en betaalbewijzen ingediend kunnen worden. De waarde van de ingebrachte bijdragen in natura moet marktconform zijn. Dit kan je bijvoorbeeld aantonen door een taxatierapport aan te leveren. 

  • Voor onbetaalde arbeid door vrijwilligers is een standaardtarief van € 22,- per uur bepaald

  • Voor onbetaalde eigen arbeid is een standaardtarief van € 50,- per uur bepaald

    Het aantal uren van de inzet van eigen arbeid zijn subsidiabel tot maximaal 1.372 uur per persoon per jaar

  • Er is sprake van onbetaalde eigen arbeid als je als aanvrager zelf tijd in een project stopt, maar je niet in loondienst bent en dus geen ‘loon’ krijgt. Onbetaalde eigen arbeid is een vorm van een bijdrage in natura. In het openstellingsbesluit kan de inbreng van onbetaalde eigen arbeid gemaximeerd worden, of zelfs helemaal worden uitgesloten. Als bijdragen in natura subsidiabel zijn gesteld, zijn deze alleen subsidiabel voor zover de te verlenen subsidie niet meer bedraagt dan de totale subsidiabele kosten in het project exclusief de bijdragen in natura. 

Samenwerkingsovereenkomst

  • Een samenwerkingsverband bestaat uit ‘verschillende personen’. Dat betekent dat een samenwerkingsverband kan bestaan uit:

    • verschillende natuurlijke personen;
    • verschillende rechtspersonen (die dan verschillende eigenaren dienen te hebben) óf;
    • uit een combinatie van natuurlijke en rechtspersonen.

    Als er sprake is van een combinatie van natuurlijke en rechtspersonen, dan mag of mogen  de rechtspersoon of -personen niet – of niet allemaal - het eigendom zijn van één deelnemende natuurlijke persoon.

    Als er sprake is van verbonden partijen (partijen met een financiële, economische en organisatorische verbinding, zoals  bijvoorbeeld een moeder-dochter relatie tussen deelnemende partijen), dan worden die verbonden partijen als één deelnemer aan het samenwerkingsverband gezien.

    Als je twijfelt of er bij jouw samenwerkingsverband:

    • mogelijk sprake zou kunnen zijn van verbonden partijen
    • mogelijk geen sprake is van ‘verschillende personen’

    Neem dan contact op met uw contactpersoon bij SNN. Als je nog geen contactpersoon hebt, kun je ons bereiken op 050 5224 998 of plattelandsontwikkeling@snn.nl.

  • Nee. Als deelnemers verbonden zijn (in welke vorm dan ook), dan worden ze niet als afzonderlijke deelnemers in een samenwerkingsverband beschouwd. Meer informatie over verbonden partijen is te vinden op onze pagina MKB-toets.

    Als je twijfelt of er bij jouw samenwerkingsverband:

    • mogelijk sprake zou kunnen zijn van verbonden partijen
    • mogelijk geen sprake is van ‘verschillende personen’

    Neem dan contact op met je contactpersoon bij SNN. Als je nog geen contactpersoon hebt, zijn wij te bereiken op 050 5224 998 of via plattelandsontwikkeling@snn.nl.

  • Als er sprake is van een samenwerkingsverband of van verbonden partijen, dan is het niet toegestaan bij de (door)levering van een goed of dienst door één van die partijen aan de subsidieverkrijger een winstopslag in rekening te brengen. Het begrip ‘verbonden partij’ is ook van belang om vast te kunnen stellen of gemaakte kosten subsidiabele kosten zijn: kosten kunnen uitsluitend subsidiabel zijn als ze gemaakt zijn door de subsidieaanvrager ten behoeve van het project. Kosten gemaakt door een partij die aantoonbaar economisch, financieel en organisatorisch verbonden is aan de subsidieaanvrager, kunnen in het algemeen worden beschouwd als kosten gemaakt door de subsidieaanvrager zelf.

    Ook kan iedere deelnemer in het samenwerkingsverband kosten maken en betalen (te onderbouwen met facturen en betaalbewijzen), omdat iedere deelnemer begunstigde is van de subsidie.

  • Wijziging van een samenwerkingsverband is mogelijk, als de wijziging er niet toe leidt dat de ranking van het project bij de tendering – als de gewijzigde samenstelling ten tijde van de tendering bekend zou zijn geweest – er toe geleid zou hebben dat er geen subsidie was toegekend.

  • Als je dit format gebruikt weet je zeker dat je geen punten vergeet om op te nemen die van belang zijn om alles goed te regelen binnen het samenwerkingsverband.

    In de samenwerkingsovereenkomst moet met name geregeld zijn hoe verantwoordelijkheden, bevoegdheden en (financiële) verplichtingen verdeeld zijn. Projectpartners dragen ieder voor zich bij aan het project.

    Eén van de deelnemers zal aangewezen moeten worden als penvoerder. De penvoerder draagt de verantwoordelijkheid voor het organiseren van een goede administratie van het project, maar draagt ook zorg voor de communicatie over het project, over het declareren van kosten of het rapporteren over de inhoudelijke voortgang. De penvoerder zal ook als eerste worden aangesproken in geval van problemen. De penvoerder is feitelijk de schakel tussen de projectpartners en SNN.

    Tip: Als het  samenwerkingsverband  uit een redelijk aantal partners bestaat en je geen grote professionele organisatie bent, huur dan ter ondersteuning een bureau in. In het openstellingsbesluit kun je lezen of deze kosten subsidiabel zijn. Als je twijfelt of de kosten subsidiabel zijn, neem dan contact op met je contactpersoon bij SNN. Als je nog geen contactpersoon hebt, kun je ons bereiken op 050 5224 998 of plattelandsontwikkeling@snn.nl.

  • Deelname aan een samenwerkingsverband leidt er toe, dat de betreffende natuurlijke - of rechtspersoon als aanvrager/begunstigde wordt gezien en niet als derde. Binnen een samenwerkingsverband wordt één persoon of organisatie aangewezen als penvoerder. Deze is verantwoordelijk voor het voeren van een goede projectadministratie en is voor SNN de contactpersoon van het samenwerkingsverband. Betaling van subsidie gaat ook naar de penvoerder en deze is verantwoordelijk voor de verdere verdeling binnen het samenwerkingsverband.

De-minimissteun

  • De de-minimisverordening is een Europese Vrijstellingsverordening op grond waarvan onder andere subsidie kan worden verleend zonder dat dit staatssteun oplevert. De regeling op grond waarvan je subsidie aanvraagt valt hieronder. Je moet daarom een verklaring invullen hoeveel subsidie aan jouw bedrijf of groep van bedrijven is verleend. Je mag tot € 300.000 aan de-minimis steun ontvangen over drie jaren. 

    Voor de volgende branches gelden afwijkende bedragen: 

    • Visserij en aquacultuur - € 30.000
    • Primaire productie van landbouwproducten - € 20.000

    Meer informatie vind je op de website van Europa Decentraal 

Aanbesteden

  • Een aanbesteding is een manier van inkopen van een overheidsorganisatie of publiekrechtelijke instelling. De overheid moet zich aan bepaalde regels houden bij aanbestedingen. Ondernemers krijgen door de regels een eerlijke kans om een overheidsopdracht te winnen.

  • Door opdrachten openbaar aan te besteden stimuleert de overheid concurrentie tussen bedrijven. Daarnaast is aanbesteden een eerlijke manier om overheidsinkopen te regelen. Alle geïnteresseerde partijen krijgen een gelijke kans om een opdracht uit te voeren.

  • Aanbestedingsregels gelden voor:

    • De Rijksoverheid
    • Gemeenten, provincies en waterschappen
    • Publiekrechtelijke instellingen (zoals universiteiten, scholen en soms ook stichtingen)
    • Speciale-sectorbedrijven (zoals drinkwaterbedrijven, energiebedrijven en vervoersdiensten)
  • Aanbestedingen kunnen uitgeschreven worden voor:

    Werken

    Bijvoorbeeld bouwkundige en civieltechnische werken. Hieronder vallen de bouw van een brug, een gebouw of de aanleg van een fietspad.

    Leveringen

    Hieronder vallen aankoop, huur, lease en huurkoop van producten.

    Diensten

    Hieronder vallen alle inkopen die niet onder ‘werken’ of ‘leveringen’ vallen. Denk bijvoorbeeld aan ingenieurs- en adviesdiensten of het opstellen van communicatieplannen.

  • Decentrale overheden moeten bij overheidsopdrachten rekening houden met Europese drempelbedragen. Een overheidsopdracht die evenveel of meer dan het drempelbedrag bedraagt, moet volgens de aanbestedingsrichtlijnen Europees worden aanbesteed.

    De drempelbedragen zijn te vinden op de website van Europa Decentraal.

    In de Gids Proportionaliteit is een kleurenschema opgenomen met de drempelbedragen:

     

     

     

     

     

     

     

     


    Of download de afbeelding.

Verklaring financiële moeilijkheden

  • In het formulier 'verklaring financiële moeilijkheden’ is de coöperatie niet opgenomen als partij. Dien je als coöperatie een subsidieaanvraag in, dan kun je in vraag 7 aangeven dat je bij de laatste categorie hoort. Deze bestaat uit een stichting, vereniging, eenmanszaak en maatschap. Voor deze rechtsvormen wordt het eigen vermogen niet getoetst. Je kunt dan volstaan door vraag 12 in te vullen en het formulier te ondertekenen.

Staat je vraag hier niet bij?

Neem dan contact op met team Plattelandsontwikkeling. We zijn telefonisch bereikbaar op werkdagen tussen 08:30 en 17:00 uur.