MIT R&D Samenwerking 2024
Vraag samen met andere mkb’ers 35% subsidie aan voor een onderzoeks- of ontwikkelingsproject voor een product, dienst of proces.
Over de subsidie
Werk jij samen met andere ondernemers aan de innovatieve oplossingen van morgen? Als mkb’er uit Groningen, Friesland of Drenthe kun je samen met andere mkb’ers subsidie aanvragen voor een onderzoeks- en ontwikkelingsproject. Binnen dit project ontwikkel je een nieuw product, dienst of procedé dat dicht bij de markt staat. Je kunt subsidie krijgen tot 35% van de kosten voor onder andere personeel, apparatuur en materiaal.
Mkb'ers in een R&D samenwerkingsverband die gevestigd en actief zijn in Groningen, Friesland of Drenthe. Het samenwerkingsverband bestaat uit twee of meer van elkaar losstaande mkb-ondernemingen, welk verband is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een R&D samenwerkingsproject. Elke deelnemer aan het R&D samenwerkingsverband neemt niet meer dan 70% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten van het R&D samenwerkingsproject voor zijn rekening.
Tenderprocedure
Kenmerkend voor een tenderprocedure is dat het gaat om een rangschikking van de subsidieaanvragen op basis van een (onderlinge) vergelijking op één en hetzelfde moment onder dezelfde omstandigheden. De aanvragen die aan de drempelvereisten voldoen en in principe dus in aanmerking kunnen komen voor een subsidie, worden beoordeeld aan de hand van objectieve criteria.
Uit de beoordeling van de aanvragen wordt vervolgens een rangschikking gemaakt. De kwalitatief beste aanvragen komen met voorrang in aanmerking voor subsidie. De subsidies worden op volgorde van de rangschikking verstrekt, totdat het subsidieplafond is bereikt.
Aan een tenderprocedure worden extra eisen gesteld om te zorgen voor een gelijke behandeling van aanvragers. Zo is het in een tenderprocedure niet mogelijk om inhoudelijk met de aanvrager over de aanvraag te communiceren. Dat zou een andere aanvrager kunnen benadelen. Ook mag een bestuursorgaan geen rekening houden met inhoudelijke informatie die na het verstrijken van de indieningsdatum is verstrekt.
Nee dat mag niet. Er mag namelijk geen rekening gehouden worden met inhoudelijke informatie die na het verstrijken van de indieningsdatum is verstrekt door de aanvrager. Dat zou een andere aanvrager kunnen benadelen.
Nee, dat mag niet. In een tenderprocedure is het niet mogelijk om inhoudelijk je aanvraag te wijzigen. Dat zou een andere aanvrager kunnen benadelen.
KIA's
KIA's zijn Kennis- en Innovatieagenda's. Om voor de subsidie MIT in aanmerking te komen moet het project passen binnen één van de KIA’s zoals die zijn beschreven in het document Missies en Sleuteltechnologieën (bijlage I bij de regeling). Dit document is op nationaal niveau door de topsectoren uitgewerkt en vastgesteld.
Er zijn in totaal 8 KIA's. KIA 1 tot en met 5 zijn maatschappelijke vraagstukken die in de sectoren spelen. Een van deze vijf KIA's vormt altijd de basis van je project. KIA 6 tot en met 8 kun je gebruiken om het vraagstuk op te lossen. Deze laatste drie KIA's zijn dus altijd verbonden aan een van de eerste vijf KIA's.
Dit zijn de 8 KIA's:
- Klimaat en Energie
- Circulaire Economie
- Landbouw, Water en Voedsel
- Gezondheid en Zorg
- Veiligheid
- Sleuteltechnologieën
- Digitalisering
- Maatschappelijk Verdienvermogen
Een samenvatting van de KIA's vind je in het document 'Publicatie KIA's'.
Wil je de volledige KIA's lezen? Kijk dan bij 'De Kennis- en Innovatie Agenda's (KIA's)' op de subsidiepagina. Ook kun je het document terugvinden in bijlage I van de regeling MIT R&D Samenwerking Noord-Nederland 2024 onder het kopje 'Wet- en regelgeving'.
De KIA’s worden door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in samenspraak met de topsectoren steeds voor drie jaar vastgesteld. De huidige KIA's zijn vastgesteld voor de periode 2024-2027. Dat heeft als achterliggende reden dat omstandigheden steeds veranderen en technologieën die beschikbaar zijn steeds meer worden toegepast. De wijzigingen worden doorgevoerd om de KIA’s up to date te houden en de mkb’ers uit te dagen om te blijven bijdragen aan relevante maatschappelijke vraagstukken.
Samenwerking
Dit is een project, bestaande uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling óf een combinatie hiervan. Het gaat om een samenwerking waarbij sprake is van gezamenlijk rekening en risico dat wordt uitgevoerd door een R&D samenwerkingsverband.
Dit is een verband dat geen rechtspersoonlijkheid bezit, bestaande uit twee of meer niet in een groep verbonden mkb-ondernemers. Het verband is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een MIT R&D Samenwerkingsproject.
Dit is een samenwerkingspartner die zorgdraagt en verantwoordelijk is voor de projectadministratie, aanvragen en verzoeken.
- De penvoerder moet een mkb-onderneming zijn met een vestiging in Groningen, Fryslân of Drenthe en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert.
- Alle aanvragen in een project moeten door de penvoerder gedaan worden.
- Het SNN betaalt de subsidie alleen uit aan de penvoerder.
In de regeling is bepaald dat een MIT R&D project moet worden uitgevoerd door een samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband bestaat uit twee of meer mkb-ondernemingen die niet in een groep mogen verbonden zijn. Dit betekent dat ondernemingen volledig los van elkaar moeten staan.
Let op:
- Het subsidiebedrag per deelnemer van het samenwerkingsverband bedraagt ten minste €25.000,- en ten hoogste € 100.000,- als de subsidie lager of gelijk is aan €200.000,-;
- Het subsidiebedrag per deelnemer van het samenwerkingsverband bedraagt ten minste €25.000,- en ten hoogste €175.000 als de subsidie hoger is dan €200.000,-.
Compleetheid van de aanvraag
Jouw aanvraag is compleet als alle gevraagde documenten bij de aanvraag zijn toegevoegd én deze correct en volledig zijn ingevuld en ondertekend.
Juridische organisatiestructuur
Hierdoor krijgen wij een volledig inzicht in het verband van ondernemingen van de onderneming die de aanvraag indient. Wij kunnen op basis van de structuur onder andere de volgende zaken toetsen:
Of er wordt voldaan aan de definitie van een mkb-onderneming;
Of er nog bijzonderheden zijn die we mee moeten nemen in de beoordeling van de aanvraag (wordt er bijvoorbeeld een deskundige ingehuurd die ook in het verband zit? Of is er een andere onderneming in het verband van ondernemingen die al eerder een aanvraag heeft ingediend?).
Dit bestaat uit de structuur van het verband van ondernemingen. Deze moet schematisch worden weergegeven inclusief de deelnemingspercentages. Per onderneming moeten de volgende gegevens worden genoemd op basis van de meest recente gegevens (voor elke onderneming voor hetzelfde jaartal):
- aantal fte;
- de jaaromzet;
- het balanstotaal.
In dit geval dien je de volgende gegevens van je onderneming aan te leveren (op basis van de meest recente gegevens):
- aantal fte;
- de jaaromzet;
- het balanstotaal.
In de meeste gevallen maakt de aanvrager deel uit van een verband van ondernemingen. Dit is het geval wanneer de onderneming geen zelfstandig bedrijf is. Dit zijn alle ondernemingen zoals ook opgenomen in de juridische organisatiestructuur.
Een onderneming zien we als een verbonden onderneming wanneer sprake is van overheersende zeggenschap over de andere onderneming(en). Als de ene onderneming overheersende zeggenschap heeft over een andere onderneming zien we beide ondernemingen als één onderneming.
Er is sprake van overheersende zeggenschap in de volgende situaties:
a. één onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming;
b. één onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan;
c. één onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met die onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming.
d. één onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.Ondernemingen die via één of meer andere ondernemingen één van de hierboven genoemde situaties verbonden zijn, worden ook als één onderneming beschouwd.
Meer informatie over verbonden ondernemingen vind je in artikel 3 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV).
Een partneronderneming bezit minstens 25% en hoogstens 50% van de aandelen of stemrechten van een andere onderneming of is voor minstens 25% en hoogstens 50% in bezit van een andere onderneming.
Deze drempel van 25% geldt niet wanneer dat percentage in handen is van openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, personen die geregeld risicokapitaal beleggen, universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk, of institutionele beleggers (met inbegrip van regionale ontwikkelingsfondsen) op voorwaarde dat deze niet als verbonden onderneming worden beschouwd. Een participatie- of risicokapitaalmaatschappij is een onderneming die specifiek als doelstelling heeft het nemen van participaties en deelnemingen in andere ondernemingen en eventueel het al dan niet deelnemen aan het bestuur van die ondernemingen. Op het moment dat de participatiemaatschappij meer dan 50% van de aandelen heeft, verandert dit. Dan hebben zij in principe overheersende zeggenschap. In dit geval wordt de participatiemaatschappij een ‘verbonden onderneming’.
Bij meer dan 50% spreken we van een verbonden onderneming.
Loonkosten
Loonkosten zijn subsidiabel voor alle direct betrokken personen die in loondienst zijn bij de aanvragende organisatie. Dit geldt ook voor personen van een verbonden onderneming (inclusief holding B.V. en management B.V.) of eigenaren van ondernemingen die niet worden verloond.
Opgesomd zijn de volgende loonkosten zijn subsidiabel:
- Medewerkers in loondienst bij de onderneming die de subsidie aanvraagt;
- Medewerkers in loondienst bij een verbonden onderneming van de aanvrager;
- Zelfstandigen die geen brutoloon ontvangen, waarbij voor de aangifte inkomstenbelasting sprake is van ‘winst uit onderneming’;
- DGA’s die niet worden verloond (bijvoorbeeld in V.O.F.’s, maatschappen of eenmanszaken);
- (Onbezoldigde) bestuurders indien zij als bestuurder geregistreerd staan in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Het is mogelijk dat een medewerker in loondienst van een partneronderneming ook kosten gaat maken voor het project. Loonkosten van een partneronderneming zijn subsidiabel via een instemmingsverklaring. Deze vind je bij de benodigde documenten op de subsidiepagina. De loonkosten van de partneronderneming gaan dan mee als kosten derden.
Let op: er is sprake van een partneronderneming als deze tussen de 25% en maximaal 50% verbonden is met jouw onderneming.
Loonkosten van een DGA zijn wel subsidiabel als deze DGA ook als bestuurder staat ingeschreven. Dit moet uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijken.
De loonkosten van deze DGA’s zijn subsidiabel als ze volgens de Kamer van Koophandel bestuurder zijn.
Jaarrekening
Je moet een (gepubliceerde) jaarrekening aanleveren zodat wij de volgende zaken kunnen toetsen:
- Of je het project financieel kunt dragen. Hierbij kijken wij bijvoorbeeld of er voldoende cashflow en vermogen is.
- Of je niet in financiële moeilijkheden bent. Als wij onvoldoende informatie kunnen herleiden uit de gepubliceerde jaarrekening bij de Kamer van Koophandel, dan vragen wij de volledige jaarrekening op.
In dit geval ontvangen wij graag een gedocumenteerde onderbouwing van hoe je de begrote kosten van het project gaat dragen. Dit kan door middel van de volgende documenten:
- Aangifte IB (inkomstenbelasting): hiermee kun je aantonen hoeveel winst je hebt gemaakt.
- Openingsbalans: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is.
Ja:
- Bij een zelfstandige onderneming lever je de meest recente enkelvoudige jaarrekening aan.
- Bij een verband van ondernemingen lever je de meest recente geconsolideerde jaarrekening op groepsniveau aan.
Ja, wij moeten beoordelen of er voldoende vermogen is om het project financieel te kunnen dragen. Wij ontvangen graag een onderbouwing van hoe je de begrote kosten van het project gaat dragen. Dit kan door middel van (één van) de volgende documenten:
- Aangifte IB (inkomstenbelasting): hiermee kun je aantonen hoeveel winst je hebt gemaakt.
- Openingsbalans: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is.
Wij moeten beoordelen of er voldoende vermogen is om het project financieel te kunnen dragen. In dit geval ontvangen wij graag een gedocumenteerde onderbouwing van hoe je de begrote kosten van het project gaat dragen.
Bestaat je onderneming korter dan 3 jaar? Lever dan (één van) de volgende documenten aan:
- kopie bankafschrift: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is;
- aangifte IB (inkomstenbelasting): hiermee kun je aantonen hoeveel winst je hebt gemaakt;
- openingsbalans: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is.
Bestaat je onderneming langer dan 3 jaar? Dan gaan wij ervan uit dat je een jaarrekening kunt aanleveren. Is dit niet het geval? Neem dan contact met ons op!
Machtiging
Wanneer je de aanvraag niet zelf indient, maar dit uitbesteedt aan een intermediair (bijvoorbeeld je boekhouder of een subsidieadviseur), dan moet je daarvoor een machtiging afgeven. Met deze machtiging geef je de intermediair toestemming om de aanvraag namens jou in te dienen. Het afgeven van een machtiging doe je met een machtigingsformulier.
Je kunt het formulier downloaden op onze website. Ga op onze website naar de subsidie die je wilt aanvragen en klik op 'aanvragen'. Hier staan de documenten vermeld die je nodig hebt voor je aanvraag, waaronder het te downloaden machtigingsformulier.
Projectplan
Hiermee zorg je ervoor dat er geen belangrijke informatie over je project ontbreekt bij de aanvraag. Zo verloopt de beoordeling van je aanvraag sneller en soepeler.
Let op! Het is belangrijk dat je alle vragen in het projectplan overneemt en herkenbaar en in de aangegeven volgorde beantwoordt.
Een projectplan bestaat uit maximaal 20 pagina's. De lettergrootte mag maximaal 11 pt. zijn en de regelafstand minimaal 1.
Het voorblad telt niet mee. Daarnaast is het mogelijk om een extra bijlage toe te voegen bij het projectplan met bijvoorbeeld afbeeldingen die de inhoud van het project verduidelijken.
We raden je sterk af om af te wijken van het format projectplan. Door af te wijken van het format loop je risico dat er benodigde informatie ontbreekt bij de aanvraag, waardoor de aanvraag niet compleet is.
Mkb-toets
Heb je vragen over de MKB-toets? Kijk dan bij de veel gestelde vragen over de MKB-toets.