Call grote kennis- en valorisatieprojecten (JTF)
Ontvang max. €4.000.000,- subsidie voor onderzoek en innovatie.
Algemeen
De RIS3 is dé innovatiestrategie van en voor Noord-Nederland. In deze innovatiestrategie staan 4 grote ontwikkelingen – transities – centraal:
- van een lineaire naar een circulaire economie;
- van zorg naar (positieve) gezondheid;
- van fossiele naar hernieuwbare energie;
- van analoog naar digitaal.
Deze transities zijn geen doel op zich, maar bieden ontwikkelkansen voor een duurzame en brede welvaart in Noord-Nederland. Deze kansen willen we als regio de komende jaren benutten. Dit doen we onder andere samen met mkb’ers, grote bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen, netwerk- en clusterorganisaties, maatschappelijke organisaties en eerstelijnsorganisaties (zoals Ik Ben Drents Ondernemer, Ynbusiness en GroBusiness).
Het Europese subsidieprogramma JTF en de beschikbare subsidies sluiten naadloos aan bij de doelstellingen van de RIS3. Binnen dit programma draagt subsidie bij aan met name de transitie van fossiele naar hernieuwbare en groene energie én daarmee een klimaatneutrale toekomst.Wat houden deze 4 transities exact in? En hoe gaan we als regio deze kansen de komende jaren benutten? Anders gezegd: waar gaan we in het Noorden de komende jaren voor en naar welke innovatieve ideeën en oplossingen zijn we op zoek?
Lees meer op deze pagina.Het Just Transition Fund (JTF) is een Europees fonds voor gebieden die het zwaarst worden getroffen door de overgang naar een groene economie. Het JTF komt voort uit de Europese Green Deal, die moet zorgen voor een klimaatneutraal Europa in 2050. Met het JTF programma wil de Europese Unie de sociaal-economische ongelijkheid verkleinen die als gevolg van de energietransitie optreedt.
Voor Noord-Nederland is er 330 miljoen euro beschikbaar binnen het JTF-programma. Tot 2027 gaan er meerdere subsidies open.
Samenwerkende partners
De partners binnen dit programma zijn: de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân, de gemeente Emmen en de Arbeidsmarkttafel Noord-Nederland (een publieke samenwerking tussen de drie noordelijke Arbeidsmarktregio’s (dit zijn de gemeente en het UWV) en de drie noordelijke provincies). Het SNN verzorgt de uitvoering van dit programma, in de vorm van subsidies.In Noord-Nederland zijn de provincie Groningen en de gemeente Emmen door de Europese Commissie aangeduid als JTF-regio. Dit gebied wordt het zwaarst getroffen door de overgang naar een groene economie én maakt daarmee aanspraak op deze subsidiegelden.
Belangrijk is dat het effect van jouw idee, project, initiatief en daarmee uiteindelijk de subsidie neerslaat én verschil maakt in de provincie Groningen en/of in de gemeente Emmen. Projecten waarbij niet alle of geen activiteiten in de JTF-regio Groningen en Emmen worden uitgevoerd, moeten aantonen dat de resultaten van het project in belangrijke mate terechtkomen in de JTF-regio Groningen en Emmen. Dit moet door de aanvrager(s) in de aanvraag worden uitgelegd en onderbouwd.Dit is een innovatietraject gericht op de ontwikkeling van innovatieve ideeën en nieuwe waardeketens. Je maakt hierbij gebruik van de beschikbare kennis en kunde (valorisatie). Hierbij kan het gaan om het bouwen, testen en demonstreren van een vernieuwend prototype product, dienst of proces.
Dit is een onderzoeksproject waarin kennisontwikkeling centraal staat. Het gaat om het ontwikkelen van kennis die in hoge mate innovatief is, met het oog op concrete vermarkting.
Ja, dat kan. Bij een mix-vorm zal op basis van het zwaartepunt van de activiteiten (en kosten) worden bepaald of er sprake is van een valorisatie- of een kennisontwikkelingsproject.
Ja, voor het aanvragen van de subsidie heb je een eHerkenning nodig. Je hebt niveau 2+ van de E-herkenning nodig. Het is belangrijk dat je deze op tijd hebt aangevraagd.
Deze vraag stellen wij omdat inzet van de middelen uit het JTF moet voldoen aan het DNSH principe. Indien jouw project geen negatief maar wel een verwacht positief effect heeft op één van de hieronder genoemde elementen dan kun je dat hier ook aangeven, maar nodigen we jouw uit dit vooral toe te lichten in het projectplan.
Het DNSH-principe betekent dat getoetst wordt of jouw aanvraag geen ‘ernstige afbreuk’ doet aan de zes milieudoelstellingen:
1. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de mitigatie van klimaatverandering (klimaatmitigatie) indien die activiteit leidt tot aanzienlijke broeikasgasemissies.
2. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de adaptatie aan klimaatverandering (klimaatadaptatie) indien die activiteit leidt tot een toegenomen ongunstig effect op het huidige klimaat en het verwachte toekomstige klimaat op de activiteit zelf of op de mens, de natuur of activa.
3. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen indien die activiteit schadelijk is voor de goede toestand of het goed ecologisch potentieel van waterlichamen, met inbegrip van oppervlaktewater en grondwater, of voor de goede milieutoestand van mariene wateren.
4. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de circulaire economie, met inbegrip van preventie en recycling van afval, indien die activiteit leidt tot aanzienlijke inefficiënties bij het gebruik van materialen of bij het directe of indirecte gebruik van natuurlijke hulpbronnen, of leidt tot een aanzienlijke toename van de productie, verbranding of verwijdering van afval, of indien de verwijdering van afval op lange termijn kan leiden tot aanzienlijke en langdurige schade aan het milieu.
5. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de preventie en bestrijding van verontreiniging indien die activiteit leidt tot een aanzienlijke toename van emissies van verontreinigende stoffen in lucht, water of bodem.
6. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen indien die activiteit in aanzienlijke mate schadelijk is voor de goede staat en de veerkracht van ecosystemen, of schadelijk is voor de staat van instandhouding van habitats en soorten, met inbegrip van die welke van belang zijn voor de Europese Unie.
Voorbereiding
Dit bestaat uit de structuur van het verband van ondernemingen. Deze moet schematisch worden weergegeven inclusief de deelnemingspercentages. Per onderneming moeten de volgende gegevens worden genoemd op basis van de meest recente gegevens (voor elke onderneming voor hetzelfde jaartal):
- aantal fte;
- de jaaromzet;
- het balanstotaal.
Met de juridische organisatiestructuur krijgen wij een volledig inzicht in het verband van ondernemingen van de onderneming die de aanvraag indient. Wij toetsen op basis hiervan:
- welke ondernemingen mee moeten in de beoordeling voor de toets financiële moeilijkheden;
- of er op basis van de mkb-cijfers voldaan wordt aan de definitie van een mkb-onderneming;
- of er nog bijzonderheden zijn die we mee moeten nemen in de beoordeling van de aanvraag (wordt er bijvoorbeeld een deskundige ingehuurd die ook in het verband zit? Of is er een andere onderneming in het verband van ondernemingen die al eerder een aanvraag heeft ingediend?);
- indien er een andere onderneming in het verband van ondernemingen ook kosten gaat maken voor het project dan kunnen wij in de structuur zien hoe deze ondernemingen met elkaar verbonden zijn.
Je bent een mkb-onderneming wanneer:
- er bij de onderneming minder dan 250 fte werkzaam zijn en
- de jaaromzet de € 50 miljoen of
- de jaarlijkse balanstotaal de € 43 miljoen niet overschrijdt.
Wanneer er binnen jouw onderneming meer dan 250 fte werkzaam zijn, ben je geen mkb-onderneming. Je bent ook geen mkb-onderneming wanneer zowel jouw jaaromzet de € 50 miljoen als de balanstotaal de € 43 miljoen overschrijdt.
Je doet dit op basis van je meest recente jaarrekening.
Is er sprake van meerdere ondernemingen waarvan je de mkb-cijfers moet berekenen? Bereken dit dan over hetzelfde jaartal. Meer informatie vind je op de pagina mkb-toets rekenvoorbeelden.
Ja, mits je voldoet aan de mkb-criteria.
Hiervoor vul je de mkb-verklaring in. Meer informatie vind je op de pagina mkb-toets rekenvoorbeelden.
De onderneming die de aanvraag indient, ondertekent de mkb-verklaring. Het ondertekenen gebeurt door een tekeningsbevoegd persoon binnen de onderneming.
Je moet een (gepubliceerde) jaarrekening aanleveren zodat wij de volgende zaken kunnen toetsen:
- Of je het project financieel kunt dragen. Hierbij kijken wij bijvoorbeeld of er voldoende cashflow en vermogen is.
- Of je niet in financiële moeilijkheden bent. Als wij onvoldoende informatie kunnen herleiden uit de gepubliceerde jaarrekening bij de Kamer van Koophandel, dan vragen wij de volledige jaarrekening op.
Wij moeten beoordelen of er voldoende vermogen is om het project financieel te kunnen dragen. In dit geval ontvangen wij graag een gedocumenteerde onderbouwing van hoe je de begrote kosten van het project gaat dragen.
Bestaat je onderneming korter dan 3 jaar? Lever dan (één van) de volgende documenten aan:
- kopie bankafschrift: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is;
- aangifte IB (inkomstenbelasting): hiermee kun je aantonen hoeveel winst je hebt gemaakt;
- openingsbalans: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is.
Bestaat je onderneming langer dan 3 jaar? Dan gaan wij ervan uit dat je een jaarrekening kunt aanleveren. Is dit niet het geval? Neem dan contact met ons op!
In de eerste plaats volstaat dit niet, tenzij de accountant een verklaring afgeeft waarin staat dat de definitieve cijfers niet zullen afwijken van de conceptcijfers.
Op het bankafschrift moeten wij de volgende gegevens kunnen zien:
- het bankrekeningnummer (IBAN) van de onderneming die de aanvraag indient;
- de naam van de onderneming;
- het logo van de bank.
Met het bankafschrift controleren we of de subsidie ook daadwerkelijk op de rekening wordt gestort van de onderneming die de aanvraag indient.
Een voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen is dat je onderneming niet in financiële moeilijkheden is. Om duidelijkheid te krijgen of de onderneming wel of niet in financiële moeilijkheden is, vragen wij bij het indienen van een aanvraag naar een ingevulde verklaring financiële moeilijkheden. Zo weet je voordat je een aanvraag indient of je voldoet aan deze voorwaarde (en dus in aanmerking komt voor de subsidie).
Om te toetsen of de onderneming in financiële moeilijkheden is, dien je het beslisschema van de verklaring te doorlopen. De verklaring lever je vervolgens volledig ingevuld en ondertekend aan bij het indienen van je aanvraag.
Is er sprake van verbonden ondernemingen? Dan kun je deze verklaring invullen op groepsniveau op basis van de geconsolideerde jaarrekening. Is er geen geconsolideerde jaarrekening aanwezig? Dan kun je hiervoor de consolidatiestaat gebruiken.
Wanneer je de aanvraag niet zelf indient, maar dit uitbesteedt aan een intermediair (bijvoorbeeld je boekhouder of een subsidieadviseur), dan moet je daarvoor een machtiging afgeven. Met deze machtiging geef je de intermediair toestemming om de aanvraag namens jou in te dienen. Het afgeven van een machtiging doe je met een machtigingsformulier.
Je kunt het formulier downloaden op onze website. Ga op onze website naar de subsidie die je wilt aanvragen en klik op 'aanvragen'. Hier staan de documenten vermeld die je nodig hebt voor je aanvraag, waaronder het te downloaden machtigingsformulier.
Voorwaarden
Nee, het is niet verplicht om samen te werken met andere bedrijven en partijen.
Door samen te werken kan een project wel meer impact realiseren waardoor het hoger gewaardeerd kan worden in punten door de deskundigencommissie. Ook kan een samenwerking worden beloond met een hoger subsidiepercentage.
Ja, ook kennisinstellingen kunnen een subsidieaanvraag indienen. Zij kunnen de subsidie voor steun aan innovatieve kennisinfrastructuur (campussen) en de subsidie voor steun aan arbeidsmarkttransitie aanvragen. Belangrijk bij deze aanvragen is dat de samenwerking wordt opgezocht.
Ja, een MBO school is ook een kennisinstelling. Mkb-bedrijven zijn in veel gevallen maakbedrijven waar mensen met een MBO opleiding nodig zijn.
Wanneer jouw project een valorisatieproject is, krijg je 30% vergoed van de kosten die in aanmerking komen voor subsidie. Bij een kennisontwikkelingsproject krijg je 40% vergoed van de kosten die in aanmerking komen voor subsidie. Onder voorwaarden kan hier bij samenwerking nog 10% bijkomen.
Bij een mix-vorm zal op basis van het zwaartepunt van de activiteiten (en kosten) worden bepaald of er sprake is van een valorisatie- of een kennisontwikkelingsproject.
De subsidie kan met 10% worden verhoogd wanneer er sprake is van een project waarin wordt samengewerkt met andere bedrijven/partijen. Dit betekent:
a. een samenwerkingsverband dat is opgericht voor de uitvoering van dit project. Het samenwerkingsverband bestaat tussen twee of meer niet in een groep verbonden aanvragers, waarbij geen van de individuele aanvragers meer dan 70% van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt, of;
b. een samenwerkingsverband tussen een onderneming en één of meer organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding. Deze organisaties dragen ten minste 10% van de in aanmerking komende kosten en hebben het recht hun eigen onderzoeksresultaten te publiceren.Als op grond van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening en de de-minimisverordening een lager maximumpercentage aan subsidie geldt dan wordt dit percentage aangehouden bij de subsidieverlening. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij experimentele ontwikkeling zonder samenwerking.
De bepaling van de (maximale) steun wordt per aanvrager uitgevoerd. Dit houdt in dat de (maximale) subsidiepercentages kunnen verschillen tussen de projectpartners. Op basis van deze berekening wordt vervolgens het subsidiepercentage en subsidiebedrag voor het project als geheel bepaald.Een project duurt maximaal tot en met 30 november 2026. Het kan voorkomen dat een project door onvoorziene omstandigheden toch enkele maanden langer nodig heeft voordat het volledig is afgerond. In dat geval kan een verzoek tot verlening van de projectperiode worden ingediend.
Het is aan de aanvrager om in de aanvraag voldoende te onderbouwen dat de opgegeven periode noodzakelijk is voor het project en dat het project binnen de opgegeven periode volledig kan worden afgerond.
Dit is mogelijk door als projectpartner aan te sluiten bij een project. Daarbij geldt dat er een samenwerking moet zijn met een onderneming die gevestigd is binnen het werkingsgebied, dus de provincie Groningen en/of de gemeente Emmen. Projecten waar niet alle of geen activiteiten in de JTF-regio Groningen en Emmen worden uitgevoerd, moeten aantonen dat de resultaten van het project in belangrijke mate terechtkomen in de JTF-regio Groningen en Emmen.
Subsidieaanvraag en beoordeling
Voor zover zij direct verbonden zijn met de uitvoering van activiteiten, zijn de volgende kosten subsidiabel:
- loonkosten inclusief overheadkosten;
- loonverletkosten;
- kosten van door een subsidieontvanger verrichte eigen arbeid;
- bijdragen in natura;
- afschrijvingskosten;
- andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.
Zie artikel 1.11 van de subsidieregeling JTF 2021-2027 voor meer informatie.
Dat zijn onder andere:
- administratieve en financiële sancties en boetes;
- winstopslagen binnen een groep of samenwerkingsverband;
- gratificaties en bonussen;
- kosten van outplacementtrajecten;
- BTW als deze verrekend kan worden.
- fooien en geschenken;
- representatiekosten en -vergoedingen;
- kosten van personeelsactiviteiten;
- kosten van overboekingen en annuleringen.
Jouw subsidieaanvraag moet ten minste het volgende bevatten:
a. Een projectplan met in ieder geval: een beschrijving van de doelstelling, resultaten en producten die je met jouw idee, project, initiatief wilt bereiken; een beschrijving van de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten en hoe je deze wilt uitvoeren, verantwoorden en administreren; een begroting, een sluitend financieringsplan; de duur van de projectperiode;
b. Voor zover van toepassing: een overzicht van de samenwerkende, deelnemende partijen en de verdeling van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen van de partijen. En de bevoegdheid van een penvoerder.Na het indienen van je aanvraag beoordelen wij of je aanvraag compleet is. Dit beoordelen wij op volgorde van ontvangst. Dat betekent dat aanvragen die vanaf 23 januari als eerste binnenkomen én compleet zijn, als eerste worden behandeld en in aanmerking komen voor subsidie.
Vervolgens beoordeelt de Deskundigencommissie het project, samen met de andere ingediende projecten. De Deskundigencommissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen. Zij adviseren het SNN over de toekenning van de subsidie. De aanvraag wordt inhoudelijk beoordeeld aan de hand van vijf beoordelingscriteria:
- Bijdrage aan doelstellingen van het Programma JTF 2021-2027
- De mate van innovatie
- Het economisch of financieel toekomstperspectief
- De kwaliteit van het project
- De bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact
Bij een positieve beoordeling gaan wij verder met de technische toets van je aanvraag. Tijdens de technische toets controleren wij of jouw project financieel en economisch uitvoerbaar is. Ook controleren wij of het project past binnen de verschillende juridische vereisten, zoals staatssteun en of de begrote kosten passen binnen de geldende regelgeving. Tijdens deze toets stellen we (mogelijk) aanvullende vragen over het project via het JTF-Webportaal. Als deze beoordeling is afgerond, ontvang je een besluit op je aanvraag.
Heeft jouw project niet voldoende punten gescoord? Dan ontvang je van ons een brief waarin we jouw aanvraag afwijzen. In deze brief vind je ook de volledige beoordeling van de Deskundigencommissie.
Ja, je kunt twee keer een voorschot ontvangen.
Voorschot vooruitlopend op het starten van het project
Als de subsidie is toegekend, kan er vooruitlopend op het starten van het project een voorschot worden aangevraagd. Het voorschot is 20% van de verleende subsidie, met een maximum van €500.000,-. Dit voorschot kan worden aangevraagd wanneer:
- Het project geen ontbindende of opschortende voorwaarden heeft;
- Er aan de ontbindende of opschortende voorwaarden zijn voldaan.
Voorschot op basis van gemaakte en betaalde kosten
Daarnaast kan er een tweede voorschot worden aangevraagd op basis van gemaakte en betaalde kosten. Bij het aanvragen van dit voorschot moet tegelijkertijd een volledige voortgangsrapportage worden aangeleverd.Het voorschot bedraagt de gemaakte en betaalde kosten die voor subsidie in aanmerking komen, vermenigvuldigd met het toegestane subsidiepercentage. Deze kosten moeten verantwoord zijn in de voortgangsrapportage. De hoogte van het tweede voorschot is maximaal 80% van het toegekende subsidiebedrag.
Er zijn drie uitzonderingen waarbij een voorschot tot een maximum van 100% van het toegekende subsidiebedrag kan worden versterkt. Dit kan wanneer:
a. het zeer aannemelijk is dat het project volgens de subsidievoorwaarden op korte termijn kan worden afgerond;
b. het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden voor subsidie in aanmerking komen;
c. het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de liquiditeitspositie van de aanvragende onderneming heeft.
De samenwerking kun je op verschillende manieren opzoeken. Bijvoorbeeld door speciale bijeenkomsten te bezoeken van bijvoorbeeld innovatieclusters en innovatiehubs als Health hub Roden of de gemeente Emmen. Zij organiseren regelmatig bijeenkomsten met ondernemers en/of ondernemersverenigingen waar je informatie kunt vinden en de subsidieregelingen worden toegelicht. Ook stelt de gemeente Emmen mensen beschikbaar om ondernemers te helpen om een idee om te zetten in een aanvraag en samenwerkingspartners te vinden. Dit geldt ook voor eerstelijnsorganisaties zoals GroBusiness in Groningen en Ik Ben Drents Ondernemer (IBDO) in Drenthe.
De Deskundigencommissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen. Zij adviseren het SNN over de toekenning van de subsidie. De aanvraag wordt inhoudelijk beoordeeld aan de hand van vijf beoordelingscriteria:
- Bijdrage aan doelstellingen van het Programma JTF 2021-2027
- De mate van innovatie
- Het economisch of financieel toekomstperspectief
- De kwaliteit van het project
- De bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact
Bij een positieve beoordeling gaan wij verder met de technische toets van je aanvraag. Tijdens de technische toets controleren wij of jouw project financieel en economisch uitvoerbaar is. Ook controleren wij of het project past binnen de verschillende juridische vereisten, zoals staatssteun en of de begrote kosten passen binnen de geldende regelgeving. Tijdens deze toets stellen we (mogelijk) aanvullende vragen over het project via het JTF-Webportaal. Als deze beoordeling is afgerond, ontvang je een besluit op je aanvraag.
Heeft jouw project niet voldoende punten gescoord? Dan ontvang je van ons een brief waarin we jouw aanvraag afwijzen. In deze brief vind je ook de volledige beoordeling van de Deskundigencommissie.