Subsidie langdurig werkzoekenden (JTF)
Voor sociale ontwikkelbedrijven en gemeentes: ontvang maximaal 50% van de in aanmerking komende kosten voor minimumloon en maximaal 100% voor de loonkosten voor de begeleiding van langdurig werkzoekenden en relevante overige kosten.
Algemeen
De RIS3 is dé innovatiestrategie van en voor Noord-Nederland. In deze innovatiestrategie staan 4 grote ontwikkelingen – transities – centraal:
- van een lineaire naar een circulaire economie;
- van zorg naar (positieve) gezondheid;
- van fossiele naar hernieuwbare energie;
- van analoog naar digitaal.
Deze transities zijn geen doel op zich, maar bieden ontwikkelkansen voor een duurzame en brede welvaart in Noord-Nederland. Deze kansen willen we als regio de komende jaren benutten. Dit doen we onder andere samen met mkb’ers, grote bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen, netwerk- en clusterorganisaties, maatschappelijke organisaties en eerstelijnsorganisaties (zoals Ik Ben Drents Ondernemer, Ynbusiness en GroBusiness).
Het Europese subsidieprogramma JTF en de beschikbare subsidies sluiten naadloos aan bij de doelstellingen van de RIS3. Binnen dit programma draagt subsidie bij aan met name de transitie van fossiele naar hernieuwbare en groene energie én daarmee een klimaatneutrale toekomst.Wat houden deze 4 transities exact in? En hoe gaan we als regio deze kansen de komende jaren benutten? Anders gezegd: waar gaan we in het Noorden de komende jaren voor en naar welke innovatieve ideeën en oplossingen zijn we op zoek?
Lees meer op deze pagina.Het Just Transition Fund (JTF) is een Europees fonds voor gebieden die het zwaarst worden getroffen door de overgang naar een groene economie. Het JTF komt voort uit de Europese Green Deal, die moet zorgen voor een klimaatneutraal Europa in 2050. Met het JTF programma wil de Europese Unie de sociaal-economische ongelijkheid verkleinen die als gevolg van de energietransitie optreedt.
Voor Noord-Nederland is er 330 miljoen euro beschikbaar binnen het JTF-programma. Tot 2027 gaan er meerdere subsidies open.
Samenwerkende partners
De partners binnen dit programma zijn: de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân, de gemeente Emmen en de Arbeidsmarkttafel Noord-Nederland (een publieke samenwerking tussen de drie noordelijke Arbeidsmarktregio’s (dit zijn de gemeente en het UWV) en de drie noordelijke provincies). Het SNN verzorgt de uitvoering van dit programma, in de vorm van subsidies.In Noord-Nederland zijn de provincie Groningen en de gemeente Emmen door de Europese Commissie aangeduid als JTF-regio. Dit gebied wordt het zwaarst getroffen door de overgang naar een groene economie én maakt daarmee aanspraak op deze subsidiegelden.
Belangrijk is dat het effect van jouw idee, project, initiatief en daarmee uiteindelijk de subsidie neerslaat én verschil maakt in de provincie Groningen en/of in de gemeente Emmen. Projecten waarbij niet alle of geen activiteiten in de JTF-regio Groningen en Emmen worden uitgevoerd, moeten aantonen dat de resultaten van het project in belangrijke mate terechtkomen in de JTF-regio Groningen en Emmen. Dit moet door de aanvrager(s) in de aanvraag worden uitgelegd en onderbouwd.Ja, voor het aanvragen van de subsidie heb je een eHerkenning nodig. Je hebt niveau 2+ van de E-herkenning nodig. Het is belangrijk dat je deze op tijd hebt aangevraagd.
Deze vraag stellen wij omdat inzet van de middelen uit het JTF moet voldoen aan het DNSH principe. Indien jouw project geen negatief maar wel een verwacht positief effect heeft op één van de hieronder genoemde elementen dan kun je dat hier ook aangeven, maar nodigen we jouw uit dit vooral toe te lichten in het projectplan.
Het DNSH-principe betekent dat getoetst wordt of jouw aanvraag geen ‘ernstige afbreuk’ doet aan de zes milieudoelstellingen:
1. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de mitigatie van klimaatverandering (klimaatmitigatie) indien die activiteit leidt tot aanzienlijke broeikasgasemissies.
2. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de adaptatie aan klimaatverandering (klimaatadaptatie) indien die activiteit leidt tot een toegenomen ongunstig effect op het huidige klimaat en het verwachte toekomstige klimaat op de activiteit zelf of op de mens, de natuur of activa.
3. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen indien die activiteit schadelijk is voor de goede toestand of het goed ecologisch potentieel van waterlichamen, met inbegrip van oppervlaktewater en grondwater, of voor de goede milieutoestand van mariene wateren.
4. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de circulaire economie, met inbegrip van preventie en recycling van afval, indien die activiteit leidt tot aanzienlijke inefficiënties bij het gebruik van materialen of bij het directe of indirecte gebruik van natuurlijke hulpbronnen, of leidt tot een aanzienlijke toename van de productie, verbranding of verwijdering van afval, of indien de verwijdering van afval op lange termijn kan leiden tot aanzienlijke en langdurige schade aan het milieu.
5. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de preventie en bestrijding van verontreiniging indien die activiteit leidt tot een aanzienlijke toename van emissies van verontreinigende stoffen in lucht, water of bodem.
6. Een activiteit wordt geacht ernstig afbreuk te doen aan de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen indien die activiteit in aanzienlijke mate schadelijk is voor de goede staat en de veerkracht van ecosystemen, of schadelijk is voor de staat van instandhouding van habitats en soorten, met inbegrip van die welke van belang zijn voor de Europese Unie.
Voorbereiding
Als de overheid subsidie verleend wordt dit vaak aangemerkt als staatssteun. In de AGVV staan vrijstellingen voor bepaalde activiteiten/werkzaamheden. Als subsidie wordt aangemerkt als staatssteun zijn hier (vaak) specifieke subsidiepercentages aan verbonden. Die kunnen afwijken van de percentages in de subsidieregeling. Uit de steunanalyse blijkt of er in jouw project sprake is van staatssteun.
Deze analyse moet je voor alle projectpartners en alle werkpakketten uitvoeren. Het kan namelijk zijn dat een bepaald (deel van) werkpakket onder een ander staatssteunkader valt dan een ander pakket. Of dat er vanuit een andere subsidieregeling al subsidie is verleend voor een deel van de werkzaamheden van (een van de) de projectpartners. Op basis van de analyse berekenen wij wordt vervolgens het subsidiepercentage en subsidiebedrag voor het project als geheel.
Deze analyse is een verplichte bijlage bij het indienen van je aanvraag. Dit wordt meegenomen als onderdeel van de financieel-technische toets.
Als je hier vragen over hebt, dan kunnen wij je helaas (inhoudelijk) niet verder helpen. Wij adviseren daarom om de analyse op te laten stellen door een deskundige in dit specifieke rechtsgebied.
Dit bestaat uit de structuur van het verband van ondernemingen. Deze moet schematisch worden weergegeven inclusief de deelnemingspercentages. Per onderneming moeten de volgende gegevens worden genoemd op basis van de meest recente gegevens (voor elke onderneming voor hetzelfde jaartal):
- aantal fte;
- de jaaromzet;
- het balanstotaal.
Met de juridische organisatiestructuur krijgen wij een volledig inzicht in het verband van ondernemingen van de onderneming die de aanvraag indient. Wij toetsen op basis hiervan:
- welke ondernemingen mee moeten in de beoordeling voor de toets financiële moeilijkheden;
- of er op basis van de mkb-cijfers voldaan wordt aan de definitie van een mkb-onderneming;
- of er nog bijzonderheden zijn die we mee moeten nemen in de beoordeling van de aanvraag (wordt er bijvoorbeeld een deskundige ingehuurd die ook in het verband zit? Of is er een andere onderneming in het verband van ondernemingen die al eerder een aanvraag heeft ingediend?);
- indien er een andere onderneming in het verband van ondernemingen ook kosten gaat maken voor het project dan kunnen wij in de structuur zien hoe deze ondernemingen met elkaar verbonden zijn.
Je bent een mkb-onderneming wanneer:
- er bij de onderneming minder dan 250 fte werkzaam zijn en
- de jaaromzet de € 50 miljoen of
- de jaarlijkse balanstotaal de € 43 miljoen niet overschrijdt.
Wanneer er binnen jouw onderneming meer dan 250 fte werkzaam zijn, ben je geen mkb-onderneming. Je bent ook geen mkb-onderneming wanneer zowel jouw jaaromzet de € 50 miljoen als de balanstotaal de € 43 miljoen overschrijdt.
Je doet dit op basis van je meest recente jaarrekening.
Is er sprake van meerdere ondernemingen waarvan je de mkb-cijfers moet berekenen? Bereken dit dan over hetzelfde jaartal. Meer informatie vind je op de pagina mkb-toets rekenvoorbeelden.
Ja, mits je voldoet aan de mkb-criteria.
Hiervoor vul je de mkb-verklaring in. Meer informatie vind je op de pagina mkb-toets rekenvoorbeelden.
De onderneming die de aanvraag indient, ondertekent de mkb-verklaring. Het ondertekenen gebeurt door een tekeningsbevoegd persoon binnen de onderneming.
Je moet een (gepubliceerde) jaarrekening aanleveren zodat wij de volgende zaken kunnen toetsen:
- Of je het project financieel kunt dragen. Hierbij kijken wij bijvoorbeeld of er voldoende cashflow en vermogen is.
- Of je niet in financiële moeilijkheden bent. Als wij onvoldoende informatie kunnen herleiden uit de gepubliceerde jaarrekening bij de Kamer van Koophandel, dan vragen wij de volledige jaarrekening op.
Wij moeten beoordelen of er voldoende vermogen is om het project financieel te kunnen dragen. In dit geval ontvangen wij graag een gedocumenteerde onderbouwing van hoe je de begrote kosten van het project gaat dragen.
Bestaat je onderneming korter dan 3 jaar? Lever dan (één van) de volgende documenten aan:
- kopie bankafschrift: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is;
- aangifte IB (inkomstenbelasting): hiermee kun je aantonen hoeveel winst je hebt gemaakt;
- openingsbalans: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is.
Bestaat je onderneming langer dan 3 jaar? Dan gaan wij ervan uit dat je een jaarrekening kunt aanleveren. Is dit niet het geval? Neem dan contact met ons op!
In de eerste plaats volstaat dit niet, tenzij de accountant een verklaring afgeeft waarin staat dat de definitieve cijfers niet zullen afwijken van de conceptcijfers.
Een voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen is dat je onderneming niet in financiële moeilijkheden is. Om duidelijkheid te krijgen of de onderneming wel of niet in financiële moeilijkheden is, vragen wij bij het indienen van een aanvraag naar een ingevulde verklaring financiële moeilijkheden. Zo weet je voordat je een aanvraag indient of je voldoet aan deze voorwaarde (en dus in aanmerking komt voor de subsidie).
Om te toetsen of de onderneming in financiële moeilijkheden is, dien je het beslisschema van de verklaring te doorlopen. De verklaring lever je vervolgens volledig ingevuld en ondertekend aan bij het indienen van je aanvraag.
Is er sprake van verbonden ondernemingen? Dan kun je deze verklaring invullen op groepsniveau op basis van de geconsolideerde jaarrekening. Is er geen geconsolideerde jaarrekening aanwezig? Dan kun je hiervoor de consolidatiestaat gebruiken.
Wanneer je de aanvraag niet zelf indient, maar dit uitbesteedt aan een intermediair (bijvoorbeeld je boekhouder of een subsidieadviseur), dan moet je daarvoor een machtiging afgeven. Met deze machtiging geef je de intermediair toestemming om de aanvraag namens jou in te dienen. Het afgeven van een machtiging doe je met een machtigingsformulier.
Je kunt het formulier downloaden op onze website. Ga op onze website naar de subsidie die je wilt aanvragen en klik op 'aanvragen'. Hier staan de documenten vermeld die je nodig hebt voor je aanvraag, waaronder het te downloaden machtigingsformulier.
De documenten waarbij een handtekening vereist is, moeten ondertekend worden door iemand die bevoegd is om dat namens de organisatie te doen.
Dit kun je aantonen door een bewijs aan te leveren waaruit blijkt dat deze persoon bevoegd is om binnen de organisatie te tekenen. Dit kan bijvoorbeeld met een KvK-uittreksel, statuten of een intern autorisatieschema.
Voorwaarden
Nee, het is niet verplicht om samen te werken met andere bedrijven en partijen.
Door samen te werken kan een project wel meer impact realiseren waardoor het hoger gewaardeerd kan worden in punten door de deskundigencommissie. Ook kan een samenwerking worden beloond met een hoger subsidiepercentage.
Ja, ook kennisinstellingen kunnen een subsidieaanvraag indienen. Zij kunnen de subsidie voor steun aan innovatieve kennisinfrastructuur (campussen) en de subsidie voor steun aan arbeidsmarkttransitie aanvragen. Belangrijk bij deze aanvragen is dat de samenwerking wordt opgezocht.
Ja, een MBO school is ook een kennisinstelling. Mkb-bedrijven zijn in veel gevallen maakbedrijven waar mensen met een MBO opleiding nodig zijn.
Het gaat er om dat je bij een project inspeelt op een kans die voortvloeit uit een transitie. Enkel het aansluiten op het thema is (waarschijnlijk) onvoldoende om genoeg punten te behalen bij de Deskundigencommissie.
De onderbouwing vindt kwalitatief plaats (dus in woorden, niet persé in cijfers). Ook helpt het om probleemhouders/hebbers aan te sluiten bij je consortium om deze impact goed in te bedden in het project.
Je kunt dan wel een aanvraag indienen, maar je moet wel aantonen dat de resultaten van het project in belangrijke mate terechtkomen in de JTF-regio Groningen en Emmen.
Het is mogelijk om subsidie te krijgen voor lopende projecten. Een voorwaarde is wel dat er nieuwe activiteiten gaan plaatsvinden en dat er geen subsidie kan worden verleend voor al afgeronde werkzaamheden. Ook moet er worden onderbouwd waarom subsidie nodig is en waarvoor dan precies.
Denk je dat dit speelt bij jouw aanvraag? Neem dan contact met ons op zodat wij mee kunnen kijken.
Een project duurt maximaal 3 jaar nadat de aanvraag is beschikt. Daarnaast moet je uiterlijk 3 maanden na de beschikking begonnen zijn met je project.
Het kan voorkomen dat een project door onvoorziene omstandigheden toch enkele maanden langer nodig heeft voordat het volledig is afgerond. In dat geval kan een verzoek tot verlening van de projectperiode worden ingediend. Het is aan de jou om voldoende te onderbouwen dat de opgegeven periode noodzakelijk is voor het project en dat het project binnen de opgegeven periode volledig kan worden afgerond.
Subsidieaanvraag en beoordeling
Voor zover zij direct verbonden zijn met de uitvoering van activiteiten, zijn de volgende kosten subsidiabel:
- loonkosten inclusief overheadkosten;
- loonverletkosten;
- kosten van door een subsidieontvanger verrichte eigen arbeid;
- bijdragen in natura;
- afschrijvingskosten;
- andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.
Zie artikel 1.11 van de subsidieregeling JTF 2021-2027 voor meer informatie.
Dat zijn onder andere:
- administratieve en financiële sancties en boetes;
- winstopslagen binnen een groep of samenwerkingsverband;
- gratificaties en bonussen;
- kosten van outplacementtrajecten;
- BTW als deze verrekend kan worden.
- fooien en geschenken;
- representatiekosten en -vergoedingen;
- kosten van personeelsactiviteiten;
- kosten van overboekingen en annuleringen.
Kosten zijn subsidiabel als deze kosten worden gemaakt nadat een aanvraag om subsidie is ingediend. Een uitzondering hierop zijn voorbereidingskosten. Let wel op: je kunt alleen gebruik maken van deze kosten als er geen sprake is van staatssteun.
Onder voorbereidingskosten vallen kosten die zien op het opstellen van het projectplan. Denk hierbij aan kosten van bijvoorbeeld adviseurs, haalbaarheidsstudies of inzet eigen personeel.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- De kosten zijn gemaakt vóór indiening van de aanvraag van de subsidie
- De kosten zijn gemaakt op of na de startdatum van het project zoals ingevuld in de aanvraag ter verkrijging van subsidie
- De kosten zijn gemaakt na 22 maart 2022
- De kosten zijn niet strijdig met artikel 6 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. Dit betekent dat je alleen gebruik mag maken van deze kosten als er sprake is van steun die geen stimulerend effect heeft.
Of je voldoet aan het laatste punt blijkt uit de staatssteunanalyse die je moet uitvoeren. Als daar dus uit blijkt dat er geen sprake is van staatssteun, dan kun je gebruik maken van voorbereidingskosten.
Er zijn drie soorten loonkosten waar je gebruik van kunt maken. Let op: je kunt maar van één soort gebruik maken. Wij leggen de soorten loonkosten hieronder voor je uit.
Soort 1: Loonkosten inclusief overheadkosten
Onder deze soort kun je gebruik maken van 3 opties:
Optie 1
- Het aantal aan het project te besteden uren vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 55 en/of
- Een vast percentage van een maandtarief van € 7.800 per werknemer bij een voltijd dienstverband van 1.720 uur per jaar. Of een evenredig deel daarvan bij een deeltijd dienstverband, overeenkomstig het vooraf vastgestelde vaste percentage van de tijd dat werknemers per maand aan het project hebben gewerkt.
Optie 2
- Het aantal aan het project te besteden uren te vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 67 en/of
- Een vast percentage van een maandtarief van € 9.600 per werknemer bij een voltijd dienstverband van 1.720 uur per jaar, of een evenredig deel daarvan bij een deeltijd dienstverband, overeenkomstig het vaste percentage van de tijd dat de werknemer per maand aan het project heeft gewerkt, zonder de verplichting om een afzonderlijk arbeidstijdregistratiesysteem op te zetten.
Het is bij deze twee tarieven niet mogelijk om kosten derden of een andere kostensoort met uitzondering van loonverlet kosten op te voeren in de begroting.
Optie 3
- De kosten van bijdragen in natura, afschrijvingskosten of andere kosten waarvoor een factuur of document te vermenigvuldigen met 23%.
Soort 2: Loonverletkosten
Dit zijn loonkosten van deelnemers voor niet-productieve uren als gevolg van deelname aan opleidingen in het kader van projectactiviteiten, voor zover die hebben geleid tot een vermindering van de werkbare uren voor de werkgever. Deze kosten worden berekend door het aantal aan opleiding te besteden uren te vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 23,91.
Soort 3: Bijdragen in natura
Hier kun je gebruik van maken als er geen sprake is van een dienstverband (en dus loonkosten), maar er wel werkzaamheden worden verricht. Er is dan sprake van eigen arbeid. Je kunt dan gebruik maken van een vast tarief van € 55.
Wie kan hiervan gebruik maken?
- De directeur-grootaandeelhouder (DGA) die werkzaamheden verricht ten behoeve van zijn organisatie waarvoor aantoonbaar geen verloning plaatsvindt.
- Onbezoldigde bestuurders indien zij als bestuurder vermeld staan in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
- Vergoedingen voor uren die stagiairs aan het project hebben gewerkt zijn toegestaan tegen het uurtarief € 55,-, mits er een stagevergoeding wordt uitbetaald. Net als in geval van loonkosten, geldt dat ook eigen arbeid geadministreerd moet worden.
Jouw subsidieaanvraag moet ten minste het volgende bevatten:
a. Een projectplan met in ieder geval: een beschrijving van de doelstelling, resultaten en producten die je met jouw idee, project, initiatief wilt bereiken; een beschrijving van de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten en hoe je deze wilt uitvoeren, verantwoorden en administreren; een begroting, een sluitend financieringsplan; de duur van de projectperiode;
b. Voor zover van toepassing: een overzicht van de samenwerkende, deelnemende partijen en de verdeling van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen van de partijen. En de bevoegdheid van een penvoerder.Ja, je kunt twee keer een voorschot ontvangen.
Voorschot vooruitlopend op het starten van het project
Als de subsidie is toegekend, kan er vooruitlopend op het starten van het project een voorschot worden aangevraagd. Het voorschot is 20% van de verleende subsidie, met een maximum van €500.000,-. Dit voorschot kan worden aangevraagd wanneer:
- Het project geen ontbindende of opschortende voorwaarden heeft;
- Er aan de ontbindende of opschortende voorwaarden zijn voldaan.
Voorschot op basis van gemaakte en betaalde kosten
Daarnaast kan er een tweede voorschot worden aangevraagd op basis van gemaakte en betaalde kosten. Bij het aanvragen van dit voorschot moet tegelijkertijd een volledige voortgangsrapportage worden aangeleverd.Het voorschot bedraagt de gemaakte en betaalde kosten die voor subsidie in aanmerking komen, vermenigvuldigd met het toegestane subsidiepercentage. Deze kosten moeten verantwoord zijn in de voortgangsrapportage. De hoogte van het tweede voorschot is maximaal 80% van het toegekende subsidiebedrag.
Er zijn drie uitzonderingen waarbij een voorschot tot een maximum van 100% van het toegekende subsidiebedrag kan worden versterkt. Dit kan wanneer:
a. het zeer aannemelijk is dat het project volgens de subsidievoorwaarden op korte termijn kan worden afgerond;
b. het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden voor subsidie in aanmerking komen;
c. het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de liquiditeitspositie van de aanvragende onderneming heeft.
De samenwerking kun je op verschillende manieren opzoeken. Bijvoorbeeld door speciale bijeenkomsten te bezoeken van bijvoorbeeld innovatieclusters en innovatiehubs als Health hub Roden of de gemeente Emmen. Zij organiseren regelmatig bijeenkomsten met ondernemers en/of ondernemersverenigingen waar je informatie kunt vinden en de subsidieregelingen worden toegelicht. Ook stelt de gemeente Emmen mensen beschikbaar om ondernemers te helpen om een idee om te zetten in een aanvraag en samenwerkingspartners te vinden. Dit geldt ook voor eerstelijnsorganisaties zoals GroBusiness in Groningen en Ik Ben Drents Ondernemer (IBDO) in Drenthe.
De Deskundigencommissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen. Zij adviseren het SNN over de toekenning van de subsidie. Op de pagina Deskundigencommissie lees je wat deze commissie precies doet en wie er in de commissie zitten.
De aanvraag wordt inhoudelijk beoordeeld aan de hand van vier beoordelingscriteria:
- Bijdrage aan doelstellingen van het Programma JTF 2021-2027
- De mate waarin het project sociaal-economisch integraal is
- De kwaliteit van het project
- De bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact
Bij een positieve beoordeling gaan wij verder met de technische toets van je aanvraag. Tijdens de technische toets controleren wij of jouw project financieel en economisch uitvoerbaar is. Ook controleren wij of het project past binnen de verschillende juridische vereisten, zoals staatssteun en of de begrote kosten passen binnen de geldende regelgeving. Tijdens deze toets stellen we (mogelijk) aanvullende vragen over het project via het JTF-Webportaal. Als deze beoordeling is afgerond, ontvang je een besluit op je aanvraag.
Heeft jouw project niet voldoende punten gescoord? Dan ontvang je van ons een brief waarin we jouw aanvraag afwijzen. In deze brief vind je ook de volledige beoordeling van de Deskundigencommissie.
Na het indienen van je aanvraag beoordelen wij of je aanvraag compleet is. Dit beoordelen wij op volgorde van ontvangst. Dat betekent dat aanvragen die als eerste binnenkomen én compleet zijn, als eerste worden behandeld en in aanmerking komen voor subsidie.
Vervolgens beoordeelt de Deskundigencommissie het project, samen met de andere ingediende projecten. De Deskundigencommissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen. Zij adviseren het SNN over de toekenning van de subsidie. De aanvraag wordt inhoudelijk beoordeeld aan de hand van vijf beoordelingscriteria:
- Bijdrage aan doelstellingen van het Programma JTF 2021-2027
- De mate waarin het project sociaal-economisch integraal is
- De kwaliteit van het project
- De bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact
Bij een positieve beoordeling gaan wij verder met de technische toets van je aanvraag. Tijdens de technische toets controleren wij of jouw project financieel en economisch uitvoerbaar is. Ook controleren wij of het project past binnen de verschillende juridische vereisten, zoals staatssteun en of de begrote kosten passen binnen de geldende regelgeving. Tijdens deze toets stellen we (mogelijk) aanvullende vragen over het project via het JTF-Webportaal. Als deze beoordeling is afgerond, ontvang je een besluit op je aanvraag.
Heeft jouw project niet voldoende punten gescoord? Dan ontvang je van ons een brief waarin we jouw aanvraag afwijzen. In deze brief vind je ook de volledige beoordeling van de Deskundigencommissie.
Je mag met je project beginnen zodra je een complete aanvraag hebt ingediend. Dit is eerst wel op basis van eigen rekening en risico, omdat wij dan nog niet hebben beoordeeld of je subsidie krijgt.
Als je eerder bent begonnen dan dat je je aanvraag hebt ingediend, dan zullen wij beoordelen of dit mogelijk is. Het is namelijk mogelijk om voorbereidingswerkzaamheden te maken.
Verder moet je binnen drie maanden nadat wij jouw aanvraag goedkeuren starten met het project en moet het project binnen drie jaar na deze goedkeuring afgerond zijn.
Nee, helaas niet. Bij een nieuwe openstelling moet je ook een nieuwe aanvraag indienen. Dit zodat iedereen een gelijke kans heeft in aanmerking te komen.
Als het budget wordt opgehoogd, blijft de volgorde van indiening staan. Dan is het eerste project dat 'in de wachtrij' staat als eerste aan de beurt om inhoudelijk behandeld te worden.
Nee, als hier sprake van is dan wijzen we jouw aanvraag af. Het staat je verder wel vrij om op basis van de terugkoppeling van de Deskundigencommissie je aanvraag aan te passen. Door met je project terug naar de tekentafel te gaan en het plan aan te passen, bij te schaven en uit te diepen, mag je hem opnieuw indienen. Aangezien er sprake is van een ‘first come, first serve’ principe, kom je wel weer achteraan in de rij. Dit omdat je anders budget gereserveerd houdt voor een aanvraag die (mogelijk) wel de puntencriteria behaald.
Als er bij aanvraag sprake is van een lager subsidiebedrag dan het minimale bedrag van € 100.000, dan voldoet jouw project niet aan de voorwaarden van de subsidieregeling. Jouw aanvraag wordt dan afgewezen.
Op de overzichtspagina van de subsidie staat onder het kopje 'In het kort' het resterende budget. Wij passen dit bedrag aan zodra een aanvraag is beschikt. Het is hierdoor mogelijk dat een ingediende aanvraag nog niet meegenomen is in het bedrag op de overzichtspagina.
Als je meer wilt weten over hoeveel budget er nog beschikbaar is, neem dan contact met ons op.
Juridische organisatiestructuur: hoe is jouw organisatie ingericht?
Voor de beoordeling van jouw aanvraag hebben wij inzicht nodig in hoe jouw organisatie is ingericht. Dit inzicht krijgen wij door middel van een juridische organisatiestructuur. Maar wat is dit eigenlijk? Wij leggen het je uit!
Financiële moeilijkheden: laat zien dat je onderneming financieel gezond is!
Bij het indienen van jouw aanvraag vragen wij om een jaarrekening en een verklaring financiële moeilijkheden. In dit artikel leggen wij je uit waarom dit nodig is en waar je rekening mee moet houden.