MIT Haalbaarheid 2024
Subsidie voor een onderzoek naar de haalbaarheid van een nieuw product, dienst of proces. Ontvang subsidie voor 40% van de kosten voor o.a. materiaal, uren en het inschakelen van een deskundige.
Over de subsidie
Wil je als mkb’er overgaan tot een onderzoek of ontwikkeling van een nieuw product, dienst of proces, maar wil je eerst onderzoeken, analyseren of het project haalbaar is? Met de subsidie MIT Haalbaarheid is het mogelijk een haalbaarheidsonderzoek te doen. Op die manier krijg je inzicht krijgt in de economische en technische sterke en zwakke kanten, kansen én risico's van jouw vernieuwende idee, project, dienst of proces. Hierdoor kun je antwoord krijgen op vragen zoals: welke middelen zijn nodig om het project succesvol te kunnen doorvoeren en wat zijn uiteindelijk de slaagkansen? Op basis van het haalbaarheidsonderzoek moet je uiteindelijk een beslissing kunnen nemen of je daadwerkelijk over gaat tot de ontwikkeling van je vernieuwende idee.
Je kunt 40% subsidie krijgen voor:
- Het inschakelen van een onafhankelijke adviesorganisatie;
- Loonkosten van werknemers en eigen uren;
- Materiaalkosten die uitsluitend nodig zijn voor het haalbaarheidsproject;
- Huurkosten van apparatuur en uitrusting.
Het is mogelijk om een haalbaarheidsonderzoek te doen naar een softwarematige innovatie, alleen moet deze altijd verbonden zijn aan een fysiek product. De innovatie mag niet alleen bestaan uit het ontwikkelen van software. Als je haalbaarheidsonderzoek is gericht op software, zoals apps of beveiligingssoftware, is het belangrijk dat deze verbonden is aan een fysiek product. Alleenstaande software zonder fysiek product komt niet in aanmerking voor de MIT.
Daarnaast moet je innovatie altijd verbonden zijn aan een van de eerste 5 KIA's:
- Klimaat en Energie
- Circulaire Economie
- Landbouw, Water en Voedsel
- Gezondheid en Zorg
- Veiligheid
KIA's (Kennis- en Innovatie Agenda's)
KIA's zijn Kennis- en Innovatieagenda's. Om voor de subsidie MIT in aanmerking te komen moet het project passen binnen één van de KIA’s zoals die zijn beschreven in het document Missies en Sleuteltechnologieën (bijlage I bij de regeling). Dit document is op nationaal niveau door de topsectoren uitgewerkt en vastgesteld.
Er zijn in totaal 8 KIA's. KIA 1 tot en met 5 zijn maatschappelijke vraagstukken die in de sectoren spelen. Een van deze vijf KIA's vormt altijd de basis van je project. KIA 6 tot en met 8 kun je gebruiken om het vraagstuk op te lossen. Deze laatste drie KIA's zijn dus altijd verbonden aan een van de eerste vijf KIA's.
Dit zijn de 8 KIA's:
- Klimaat en Energie
- Circulaire Economie
- Landbouw, Water en Voedsel
- Gezondheid en Zorg
- Veiligheid
- Sleuteltechnologieën
- Digitalisering
- Maatschappelijk Verdienvermogen
Een samenvatting van de KIA's vind je in het document 'Publicatie KIA's'.
Wil je de volledige KIA lezen? Kijk dan bij 'De Kennis- en Innovatie Agenda's (KIA's)' op de subsidiepagina van de MIT Haalbaarheid 2024. Ook kun je het document terugvinden in bijlage I van de regeling MIT Haalbaarheid onder het kopje 'Wet- en regelgeving'.
De KIA’s worden door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in samenspraak met de topsectoren steeds voor drie jaar vastgesteld. De huidige KIA's zijn vastgesteld voor de periode 2024-2027. Dat heeft als achterliggende reden dat omstandigheden steeds veranderen en technologieën die beschikbaar zijn steeds meer worden toegepast. De wijzigingen worden doorgevoerd om de KIA’s up to date te houden en de mkb’ers uit te dagen om te blijven bijdragen aan relevante maatschappelijke vraagstukken.
De KIA’s zijn als volgt opgebouwd:
De KIA's 1 tot en met 5 zijn maatschappelijke vraagstukken die in de betreffende sectoren spelen. Om deze vraagstukken op te lossen worden mkb’ers uitgedaagd om deze problemen op te lossen met innovaties. Eén van deze KIA’s is daarom altijd de basis van het haalbaarheidsonderzoek.
Om deze vraagstukken op te lossen kun je gebruik maken van de opties/onderzoeksgebieden die KIA 6-8 bieden.
Voorbeeld
KIA 6 gaat over sleuteltechnologieën: Dit gaat over het ontwikkelen van specifieke technieken die nodig zijn om een probleem uit KIA 1-5 op te lossen. Bijvoorbeeld een probleem uit KIA 2 (circulaire economie) is het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen (virgin materials). KIA 6 (sleuteltechnologie) beschrijft onder 2: Een ondersteunende bijdrage te leveren aan verbrede of versnelde toepassing van een of meer sleuteltechnologieën, bijvoorbeeld door de integratie ervan in producten, processen of diensten te vergemakkelijken.
Oftewel: Ziet je haalbaarheidsonderzoek op het beter kunnen recyclen van bouwafval om dit weer inzetbaar te maken in de bouw (of een andere sector) dan zou je deze combinatie kunnen aanvragen (zonder dat het probleem uit KIA 2 meteen op te lossen valt na ontwikkeling van je ‘idee’).Belangrijk om te weten:
KIA 6 bevat ook het onderdeel sleuteltechnologie AI: Deze gaat dus in de basis over het doorontwikkelen van AI als technologie en niet over het inzetten van AI ten behoeve van bestaande problemen (zoals benoemd in KIA 1-5).KIA 7 gaat over digitalisering. Ook hierbij gaat het om hoe deze beschreven technologieën kunnen helpen om de problemen uit KIA 1-5 op te lossen. Een project dat ziet op het ontwikkelen van software, zoals ten behoeve van apps, is niet mogelijk.
Haalbaarheidsonderzoek
Bijvoorbeeld testen welk materiaal het beste gebruikt kan worden, welke technologie kan worden toegepast, hoe bepaalde elementen interactie met elkaar hebben of welke combinaties in potentie geschikt kunnen zijn. Het is niet de bedoeling dat je een prototype van het uiteindelijk beoogde product, proces of dienst maakt. Dan ben je al bezig met het ontwikkelen. Het is wel mogelijk om prototypes van onderdelen of elementen te maken die je in een gesimuleerde omgeving (bijvoorbeeld een laboratorium of een digitale onderzoeksomgeving) gaat testen, zolang deze gericht zijn op het beantwoorden van technische haalbaarheidsvragen.
Bij een haalbaarheidsstudie kan worden gedacht aan literatuuronderzoek, octrooionderzoek, inventarisatie van beschikbare technologie en potentiële partners, opstellen van modellen en berekeningen om te onderzoeken of een idee technisch haalbaar is, marktverkenning, concurrentieanalyse.
Jouw project is innovatief als het nieuw is voor Nederland óf het heeft een aanmerkelijk vernieuwing in zich.
Het haalbaarheidsproject moet binnen twaalf maanden na de start van het haalbaarheidsproject zijn afgerond.
Er zijn verschillen tussen de MIT Haalbaarheid en de Mkb haalbaarheidsvoucher.
Bij de Mkb haalbaarheidsvoucher:- maak je gebruik van een proeftuin, waardoor je sneller en gerichter tot een beslissing kunt komen.
- is er grote rol en betrokkenheid vanuit de eerstelijnsorganisaties.
- is het mogelijk om trainingen en workshops te volgen bij de proeftuin als deze betrekking hebben op het onderzoek dat jij daar uitvoert naar jouw idee.
- ligt de maximum subsidie hoger, namelijk € 45.000. Bij de MIT Haalbaarheid is dit € 20.000.
Subsidiebudget
Er bestaat een kans dat er meer (complete) aanvragen worden ingediend dan dat er subsidiebudget beschikbaar is. Een loting door een notaris bepaalt dan op welke volgorde aanvragen in aanmerking komen voor subsidie. De aanvragen worden dan inhoudelijk op volgorde beoordeeld tot het subsidiebudget op is.
Uitgeloot? Het is dan nog steeds mogelijk dat jouw aanvraag alsnog voor subsidie in aanmerking komt. Het kan namelijk zo zijn dat aanvragen niet voldoen aan de voorwaarden of op eigen verzoek worden ingetrokken. Mocht je aanvraag alsnog in behandeling genomen worden, dan ontvang je hierover bericht van ons.
Compleetheid van de aanvraag
Jouw aanvraag is compleet als alle gevraagde documenten bij de aanvraag zijn toegevoegd én deze correct en volledig zijn ingevuld en ondertekend.
Juridische organisatiestructuur
Hierdoor krijgen wij een volledig inzicht in het verband van ondernemingen van de onderneming die de aanvraag indient. Wij kunnen op basis van de structuur onder andere de volgende zaken toetsen:
Of er wordt voldaan aan de definitie van een mkb-onderneming;
Of er nog bijzonderheden zijn die we mee moeten nemen in de beoordeling van de aanvraag (wordt er bijvoorbeeld een deskundige ingehuurd die ook in het verband zit? Of is er een andere onderneming in het verband van ondernemingen die al eerder een aanvraag heeft ingediend?).
Dit bestaat uit de structuur van het verband van ondernemingen. Deze moet schematisch worden weergegeven inclusief de deelnemingspercentages. Per onderneming moeten de volgende gegevens worden genoemd op basis van de meest recente gegevens (voor elke onderneming voor hetzelfde jaartal):
- aantal fte;
- de jaaromzet;
- het balanstotaal.
In de meeste gevallen maakt de aanvrager deel uit van een verband van ondernemingen. Dit is het geval wanneer de onderneming geen zelfstandig bedrijf is. Dit zijn alle ondernemingen zoals ook opgenomen in de juridische organisatiestructuur.
Een onderneming beschouwen we voor de de-minimis als een verbonden onderneming als sprake is van zeggenschap over de andere onderneming(en). Als de ene onderneming zeggenschap heeft over een andere onderneming beschouwen we beide ondernemingen als één onderneming voor de de-minimis. Het maakt niet uit of de ondernemingen een fiscale eenheid zijn.
In de de-minimisverordening is het als volgt beschreven:
Eén onderneming omvat voor de toepassing van deze verordening alle ondernemingen die ten minste één van de volgende banden met elkaar onderhouden:
a. één onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming;
b. één onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan;
c. één onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met die onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming.
d. één onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.Ondernemingen die via één of meer andere ondernemingen één van de in de eerste alinea, onder a. tot en met d., bedoelde banden onderhouden, worden ook als één onderneming beschouwd.
Een partneronderneming bezit minstens 25% en hoogstens 50% van de aandelen of stemrechten van een andere onderneming of is voor minstens 25% en hoogstens 50% in bezit van een andere onderneming.
Deze drempel van 25% geldt niet wanneer dat percentage in handen is van openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, personen die geregeld risicokapitaal beleggen, universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk, of institutionele beleggers (met inbegrip van regionale ontwikkelingsfondsen) op voorwaarde dat deze niet als verbonden onderneming worden beschouwd. Een participatie- of risicokapitaalmaatschappij is een onderneming die specifiek als doelstelling heeft het nemen van participaties en deelnemingen in andere ondernemingen en eventueel het al dan niet deelnemen aan het bestuur van die ondernemingen. Op het moment dat de participatiemaatschappij meer dan 50% van de aandelen heeft, verandert dit. Dan hebben zij in principe overheersende zeggenschap. In dit geval wordt de participatiemaatschappij een ‘verbonden onderneming’.
Bij meer dan 50% spreken we van een verbonden onderneming.
Loonkosten
In de categorie ‘loonkosten’ zijn de volgende kosten subsidiabel:
- Personeel in loondienst van de onderneming die de subsidie aanvraagt;
- Personeel in loondienst van een verbonden of partneronderneming;
- De eigenaar van een holding die wordt verloond via een management fee;
- De eigenaar van een eenmanszaak of vennoten.
De kosten van uitzendkrachten, gedetacheerden of stagiairs komen niet in aanmerking voor subsidie.Loonkosten zijn subsidiabel voor alle direct betrokken personen die in loondienst zijn bij de aanvragende organisatie. Dit geldt ook voor personen van een verbonden of partneronderneming (inclusief holding B.V. en management B.V.) of eigenaren van ondernemingen die niet worden verloond.
Opgesomd zijn de volgende loonkosten zijn subsidiabel:
- Medewerkers in loondienst bij de onderneming die de subsidie aanvraagt;
- Medewerkers in loondienst bij een verbonden of partneronderneming van de aanvrager;
- Zelfstandigen die geen brutoloon ontvangen, waarbij voor de aangifte inkomstenbelasting sprake is van ‘winst uit onderneming’;
- DGA’s die niet worden verloond (bijvoorbeeld in V.O.F.’s, maatschappen of eenmanszaken);
- (Onbezoldigde) bestuurders indien zij als bestuurder geregistreerd staan in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Loonkosten van een DGA zijn wel subsidiabel als deze DGA ook als bestuurder staat ingeschreven. Dit moet uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijken.
De loonkosten van deze DGA’s zijn subsidiabel als ze volgens de Kamer van Koophandel bestuurder zijn.
Machtiging
Wanneer je de aanvraag niet zelf indient, maar dit uitbesteedt aan een intermediair (bijvoorbeeld je boekhouder of een subsidieadviseur), dan moet je daarvoor een machtiging afgeven. Met deze machtiging geef je de intermediair toestemming om de aanvraag namens jou in te dienen. Het afgeven van een machtiging doe je met een machtigingsformulier.
Je kunt het formulier downloaden op onze website. Ga op onze website naar de subsidie die je wilt aanvragen en klik op 'aanvragen'. Hier staan de documenten vermeld die je nodig hebt voor je aanvraag, waaronder het te downloaden machtigingsformulier.
Projectplan
Hiermee zorg je ervoor dat er geen belangrijke informatie over je project ontbreekt bij de aanvraag. Zo verloopt de beoordeling van je aanvraag sneller en soepeler.
Let op! Het is belangrijk dat je alle vragen in het projectplan overneemt en herkenbaar en in de aangegeven volgorde beantwoordt.
Probeer het projectplan niet groter dan 5 pagina's te maken. Houdt daarbij rekening met de minimale lettergrootte van 11pt en een regelafstand van minimaal 1.
We raden je sterk af om af te wijken van het format projectplan. Door af te wijken van het format loop je risico dat er benodigde informatie ontbreekt bij de aanvraag, waardoor de aanvraag niet compleet is.
Ondertekening aanvraag
Nee, je hoeft het ondertekeningsformulier niet aan te leveren als je inlogt met eHerkenning. Maak je geen gebruik van eHerkenning? Dan moet je het formulier wél aanleveren bij je aanvraag.
Nee, als je inlogt met eHerkenning is het niet nodig om het ondertekeningsformulier aan te leveren bij je aanvraag.
Uittreksel Kamer van Koophandel
Het aanleveren van een uittreksel van de Kamer van Koophandel is niet verplicht. Wel kan het handig zijn om aan te tonen wie er bevoegd is om te ondertekenen namens de organisatie. Het is namelijk wel verplicht om de tekenbevoegdheid aan te tonen. De documenten waarbij een handtekening vereist is, moeten ondertekend worden door iemand die bevoegd is om dat namens de organisatie te doen.
Dit kun je aantonen door een bewijs aan te leveren waaruit blijkt dat deze persoon bevoegd is om binnen de organisatie te tekenen. Dit kan bijvoorbeeld met een KvK-uittreksel, statuten of een intern autorisatieschema.
Mkb-toets
Heb je vragen over de MKB-toets? Kijk dan bij de veelgestelde vragen over de MKB-toets.
De-minimissteun
Heb je vragen over de-minimissteun of over het invullen van de de-minimisverklaring? Kijk dan bij de veelgestelde vragen over de-minimissteun.