De Unwastor mixer-melter technologie van Uppact
Over de unieke mixer-melter van UPPACT die zelfs de meest laagwaardige stromen van gemengde plastics ‘opeet’.
Meer dan 70% van het plastic afval wereldwijd belandt in de verbrandingsoven of in de oceaan; slechts 30% wordt gerecycled. Niet door een gebrek aan goede wil, maar omdat de technologie om laagwaardige, gemengde afvalstromen effectief te verwerken simpelweg ontbreekt. Dat moet anders, vindt Jan Jaap Folmer, medeoprichter van UPPACT. Met hun UnWastor-technologie krijgen zij het voor elkaar om zelfs de lastigste plasticstromen om te zetten in bruikbare materialen. “En de interesse is groot,” vertelt Jan Jaap. Dankzij intensieve testprojecten staat UPPACT op het punt deze baanbrekende technologie op industriële schaal toe te passen, met een demofabriek als eerste grote stap. “Zonder subsidie waren we nooit zover gekomen.”
Het kan anders
Jan Jaap Folmer is geen onbekende in de wereld van handel en productie. Na zijn studie Economische Geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen werkte hij vijftien jaar in landen als Vietnam, Ghana en het Verenigd Koninkrijk, onder andere voor Shell. “Geografen zijn ontdekkingsreizigers,” vertelt Jan Jaap. “Dat geldt ook voor mij. Ik zoek altijd naar mogelijkheden om de wereld beter te maken. De urgentie om iets te doen aan het wereldwijde plasticprobleem is groot.”
Terug in Nederland ontdekte hij dat bestaande recyclingtechnologieën tekortschoten. “Recycling richt zich vaak op een homogene stroom van één type plastic, wat veel afvalstromen uitsluit.” Hij stuitte hij op een revolutionaire technologie in Australië die álle soorten plastic aankan, zelfs de meest vervuilde en gemengde stromen. “Deze UnWastor-technologie creëert een nieuwe massa van plastics die normaal gesproken niet met elkaar zouden mengen. Precies de innovatie die we hier nodig hebben.”
Hoewel de technologie in Australië weinig aandacht kreeg, besloot Jan Jaap deze naar Nederland te halen. “Samen met mijn compagnon Michel Walstock en onze Australische partners lieten we in 2022 het volledige prototype hierheen verschepen.”
Binnen een kwartier geregeld
Na contact met Heleen van Wijk van Groningen Seaports kregen Jan Jaap en Michel de kans om de Eemshaven als locatie te verkennen. "Binnen vijftien minuten was alles geregeld," lacht Jan Jaap. “De directeur van Bek & Verburg, een afvalverwerker in maritiem plastic, vroeg meteen: 'Hoeveel ruimte heb je nodig voor die machine?'. We kregen een plek om aan de slag te gaan, op voorwaarde dat we ook hun moeilijk te verwerken afvalstromen uit zee zouden testen. Zo’n kans konden we niet laten schieten.”
Met behulp van de subsidie MIT Haalbaarheid ontwikkelden Jan Jaap en Michel de technologie door, met name qua aanpassing aan lokale afvalstromen. “In het project onderzochten we de technische en economische haalbaarheid van de UnWastor technologie voor afvalstromen die moeilijk recyclebaar zijn, zoals gemengde plastics, textiel en maritiem plastic. Stromen die in grote hoeveelheden vrijkomen en nu nog in de verbrandingsoven eindigen.”
Mengen & smelten
De eerste resultaten waren veelbelovend. “Het was fantastisch om de groene testmachine te zien draaien, mengen én smelten. Ongesorteerde, ongewassen en onvermaalde plastics ‘eet’ hij gewoon op”, zegt Jan Jaap enthousiast. “Toen er een dikke, pasta-achtige massa uitkwam, sprong ik letterlijk een gat in de lucht. Dit was gewoon een volledig nieuwe, zelfstandige vorm van al die gemixte plastics. En het mooiste is dat deze nieuwe massa direct één-op-één kan worden verwerkt tot nieuwe producten, zonder enig restmateriaal.”
Via een extruder wordt de gesmolten massa onder hoge druk in mallen geperst om planken en palen te maken, die vervolgens uitharden in een koelbad. “Binnen een half uur hadden we de eerste duurzame planken in handen”, herinnert Jan Jaap zich. “Trots ging ik met de eerste plank onder mijn arm naar potentiële klanten. Eén van hen zei zelfs: dit is superieur materiaal.” Wat UPPACT maakt van laagwaardige plastics, is qua kwaliteit vergelijkbaar met wat anderen maken van hoogwaardige stromen. "We hebben met deze machine direct laten zien dat de technologie werkt."
Foto 1 gemengd plastic. Foto 2 de testversie van de UnWastor. Foto 3 het plastic wordt vermalen in de UnWastor. Foto 4 het resultaat; duurzame planken.
Belofte maakt schuld
Vervolgens kon UPPACT dankzij de Europese subsidie Valorisatie uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) haar belofte aan Bek & Verburg waarmaken: het testen van maritieme afvalverwerking. "We zitten hier letterlijk boven op de afvalstromen uit zee," legt Jan Jaap uit. "Bek & Verburg verzamelt afval zoals visnetten en plastics van schepen. Wij zetten dat met onze UnWastor om in bruikbare producten, zoals circulaire fenders. Wat uit de zee komt, wordt zo weer gebruikt bij de zee. De eerste exemplaren zijn al geïnstalleerd in de haven van Delfzijl, ter vervanging van hardhouten fenders die aan het einde van hun levensduur waren. Dit bewijst dat we zelfs de moeilijkste afvalstromen kunnen omzetten in waardevolle producten." De focus van UPPACT ligt op het lokaal houden van de keten. "Het afval dat we in een regio verzamelen, willen we ook weer in diezelfde regio gebruiken. Zoals het zeeafval. Maar we hebben ook geëxperimenteerd met achtergelaten materiaal op festivals zoals Lowlands, bijvoorbeeld tenten en slaapzakken, die normaal de verbranding ingaan. Wij verwerkten het tot nieuw materiaal, wat tijdens de volgende editie weer werd ingezet voor de terreinopbouw."
"We hebben ook geëxperimenteerd met achtergelaten materiaal op festivals zoals Lowlands, bijvoorbeeld tenten en slaapzakken, die normaal de verbranding ingaan. Wij verwerkten het tot nieuw materiaal, wat tijdens de volgende editie weer werd ingezet voor de terreinopbouw." - Jan Jaap Folmer, oprichter UPPACT B.V.
In de rij
De technologie werkt met vervuilde plasticstromen die anders nergens naartoe kunnen. "Zelfs vervuild textiel kunnen we verwerken, zolang het synthetisch is." Ook na gebruik kunnen deze producten met dezelfde technologie opnieuw worden gerecycled en verwerkt. Zo sluiten we industriële ketens en realiseren we een 100% circulaire oplossing." Bedrijven staan in de rij, zowel nationaal als internationaal. "Maar onze testlocatie in Eemshaven heeft natuurlijk onvoldoende capaciteit om aan die vraag te voldoen”, voegt Jan Jaap toe.
De bouw van de DEMO fabriek in het Chemport Innovation Center (CIC) in Delfzijl, mede mogelijk gemaakt door de Europese subsidie Investering en Opleiding uit het Just Transition Fund (JTF), brengt een grote verandering teweeg. "Daar kunnen we straks 4000 ton afval per jaar verwerken op één productielijn. Eén-op-één, zonder verspilling. Op termijn willen we uitbreiden naar vier productielijnen”, vertelt Jan Jaap trots. Tegelijkertijd blijft het bedrijf doorgaan met research & development. "De testinstallatie blijft actief voor verdere productontwikkeling en marktverkenning. Hierin maken wij ook verbinding met kennisinstellingen, om nieuwe kennis en expertise uit te wisselen en toe te kunnen passen."
De fabriek zal 24 uur per dag, 7 dagen per week draaien en biedt werk aan 20 tot 25 medewerkers. "Technici uit Australië zullen het personeel trainen en we werken nauw samen met regionale opleidingsinstituten. Het is niet alleen een uitbreiding van onze productiecapaciteit, maar ook een investering in de mensen hier in Noord-Nederland."
De weg kennen
UPPACT werkt samen met organisaties zoals Groningen Seaports, Chemport, Circulair Friesland en Circulair Groningen. "Lokale samenwerking maakt voor mensen en bedrijven in de regio zichtbaar dat hun afval een tweede leven krijgt. Dat zorgt voor bewustwording en betrokkenheid," legt Jan Jaap uit. "Bovendien ontmoet je gelijkgestemde ondernemers die je helpen en de weg kennen. In Noord-Nederland zit je wat dat betreft goed." Ook netwerken zoals de provincie Groningen en SUSPACC uit Emmen hielpen UPPACT vooruit. "Dankzij die netwerken ontdek je kansen, zoals subsidieregelingen, waar je anders nooit van zou hebben geweten," zegt Jan Jaap. Hij ziet subsidiegelden echter als een onmisbare maar tijdelijke oplossing: "Zodra alles draait, zal ons verdienmodel zichzelf bewijzen."
"Dankzij die netwerken ontdek je kansen, zoals subsidieregelingen, waar je anders nooit van zou hebben geweten," zegt Jan Jaap.
Hij ziet subsidiegelden echter als een onmisbare maar tijdelijke oplossing: "Zodra alles draait, zal ons verdienmodel zichzelf bewijzen." Er zit iets romantisch in het idee: afval uit de zee dat weer wordt gebruikt bij de zee. Datzelfde principe geldt voor elke toepassing. "Wat ooit moeilijk te verwerken afval was, wordt nu een waardevol product in dezelfde omgeving. Zo rond kan de cirkel zijn. Die kringloop is waar we voor staan en wat ons drijft."
Voor dit project is gebruikgemaakt van drie belangrijke subsidies. De subsidie MIT Haalbaarheid helpt bij het onderzoeken van de technische en economische haalbaarheid van nieuwe producten, diensten of processen. De Europese subsidie Valorisatie (EFRO) richt zich op het verder ontwikkelen en opschalen van innovatieve technologieën. De subsidie Investering en Opleiding (JTF) ondersteunt zowel de financiering van infrastructuur als de opleiding van medewerkers, om de technologie commercieel op te schalen en duurzaam te verankeren in de regio.
Raak Geïnspireerd door meer verhalen van ondernemers uit Noord-Nederland
“Zij hebben het idee, wij als proeftuin helpen hen waar nodig”
Innovatie groeit door doelgerichte samenwerking. Een dynamiek die centraal staat...
VRelax bestrijdt pijn en stress met virtual reality: 'meer brillen en minder pillen'
360 graden-videobeelden maken van uit het water springende dolfijnen in Egypte...